412
3 NOVEMBER 1960
wende achterstand in het werkschema is opgetreden bij de aanleg van
de tunnel aan de Terheijdenseweg, zou hij toch gaarne aandringen op zeer
spoedige ingebruikneming van de tunnel omdat daardoor de bewoners
van een hoop narigheid worden verlost.
Door wethouder Bastiaansen is uitvoerig geantwoord op het plaatselijke
bioscoopprobleem. Het is en blijft een feit dat in Breda films draaien,
die maanden eerder in kleinere plaatsen reeds zijn vertoond. Hij heeft
begrepen dat hieraan niets kan worden veranderd, omdat de positie van
de bioscoophouders onaantastbaar is. Er zou gesproken kunnen worden van
een kartel van de bioscoopbond. Spreker vraagt of het niet mogelijk is
dat het aantal bioscopen in Breda kan worden uitgebreid. Indien deze
vraag ontkennend moet worden beantwoord, dan zal er voor de gemeente
niets anders te doen zijn dan er zich bij neer te leggen.
Gezien de ligging en de positie van Breda als centrumgemeente zou
spreker toch liever zien dat films het eerst in Breda zouden worden
gedraaid en daarna pas in de kleinere gemeenten.
Wethouder Van Boxtel heeft in zijn antwoord gezegd, dat hij gaarne
de degen wil kruisen op het stuk van de bejaardensubsidie. Bovendien
heeft de wethouder gezegd dat hiermede beter gewacht kan worden tot
het verschijnen van de bejaardennota. Indien de wethouder echter denkt
dat spreker reeds een bepaalde mening heeft, dan moet hij zeggen dat
de wethouder zich vergist. Spreker herhaalt dat hij in zijn algemene
beschouwingen heeft gezegd dat in bepaalde kringen de mening heerst dat
de subsidiëring en het verhaal juist is.
Nogmaals benadrukt hij dat hij geen vaststaande mening heeft.
Betreffende de classificatie van Breda heeft spreker de wethouder een
eigenaardige uitdrukking horen gebruiken nl. dat het bedrijfsleven nu maar
eens met voorstellen moest komen, waarbij zij indeling van de gemeente
in de le klasse eisen. Spreker begrijpt het nu niet meer. Hij weet dat de
afstemming van de lonen ingevolge een C.A.O. altijd geschiedde naar
de klasse-indeling van de gemeente. Het is hem bekend dat verschillende
C.A.O.'s om deze reden zijn afgewezen.
Spreker vraagt zich af of men op het departement diligent is op dat
punt. Als de wethouder zegt dat het eigenlijk niet zo belangrijk is, omdat
slechts een salarisvoordeel van 126,volgt uit een classificatie van
de gemeente in de eerste klasse, meent spreker toch te moeten opmerken
dat voor de laagstbezoldigden van de overheid en voor de arbeiders
1,50 per week salarisverhoging belangrijk is. Bovendien is hij van oordeel
dat ook de standing van Breda een woord mede moet spreken.
Aan wethouder Vermeulen zegt hij dank voor de beantwoording van
zijn vragen. Hij is verheugd dat bij de werkzaamheden aan de tunnel
aan de Terheijdenseweg geen overschrijding van het werkschema plaats
vindt.
De heer Melzer wil gaarne weten hoe de K.V.P. dacht over de door
burgemeester en wethouders voorgestelde verhoging van de tarieven van
de reinigingsdienst en de verhoogde straat- en rioolbelasting. Het spijt
spreker dat hij de heer Melzer zal moeten teleurstellen. Hij zal hierover
niet spreken. Bij een grote fractie is er een taakverdeling, zodat bij de
behandeling van de voorstellen een van zijn fractiegenoten hierover het
woord zal voeren.
Betreffende de instelling van een financiële commissie uit de raad is
spreker het eens met het standpunt van burgemeester en wethouders. Hij
is blij met de toezegging van burgemeester en wethouders dat bijzondere
zaken in de rekeningscommissie zullen worden besproken.
De heer Quadekker heeft in zijn algemene beschouwingen een aardige
opmerking gemaakt, waarbij de naam Van Bijnen ook ter sprake kwam.
Hij is echter van mening dat de heer Quadekker de plank heeft mis
geslagen. Indien hij de notulen van de begrotingsbehandeling van vorig