438 3 NOVEMBER 1960 en wethouders de laatsten zullen zijn, indien dit mogelijk is, de thans voorgestelde verhoging in te trekken. De heer MELZER merkt op nog geen antwoord te hebben ontvangen op zijn vraag over de Brabantse Bandijk. Wethouder MEIJS zegt dat de regeling van de Bandijk door de pro vincie is getroffen. De gemeente is in beroep gegaan ook voor de burgers, die zijn aangeslagen. Het territoir van de bandijk is in de regeling vastgelegd. Reëel is best een betoog op te zetten dat ook Oost- Brabant belang heeft bii West-Brabant, terwijl het grondgebied van Breda niet onderloopt bij dijkdoorbraak. Het economisch belang van Breda is derhalve niet zo groot als het overige gedeelte van West-Brabant. Als de provincie dit zo heeft vastgesteld dan kunnen burgemeester en wet houders daaraan niets veranderen. De VOORZITTER deelt mede dat dezelfde noodzaak als bij het eerste voorstel burgemeester en wethouders dwingen het hoofd te buigen, zij het met een zwaar hoofd. Hierna sluit de vaorziftêf om 23.25 uur de vergadering met het ge bruikelijke gebed. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. De secretaris,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 438