4 NOVEMBER 1960
449
traal Rapport is gebleken, dat de sociograaf organisatorisch is geplaatst
bij de dienst van openbare werken. Uit de beschrijving in het Centraal
Rapport blijkt, dat de taak van de sociograaf zich geleidelijk aan heeft
ontwikkeld en dat hij langzamerhand een typische staffunctionaris is ge
worden. Zoals de situatie nu ligt, is het onjuist deze functionaris in te delen
bij een bepaalde dienst of afdeling. Spreker vraagt zich af of deze materie
in een groter verband bekeken moet worden om te beoordelen of er niet
een nieuwe afdeling opgericht moet worden met een interne accountants
dienst, organisatieafdeling en sociografische afdeling.
De heer VIS heeft uit het antwoord op het Centraal Rapport ook ge
concludeerd, dat er behoefte gaat bestaan aan een sociografische dienst.
Ook in de vorige begrotingsbehandeling heeft spreker er de aandacht op
gevestigd. Toen werd gezegd, dat hij buiten de orde ging. Spreker kan
zich aansluiten bij de woorden van de heer Zijtregtop. Hij verzoekt thans
na te gaan of er behoefte is aan een aparte dienst; hij zal het onderzoek
gaarne afwachten.
Wethouder VERMEULEN zegt, dat het op het ogenblik inderdaad in
de gedachtengang van burgemeester en wethouders ligt om in het pand
hoek ReigerstraatSchoolstraat een restaurant te doen vestigen. Het ligt
in de bedoeling om het pleintje ter plaatse zo mogelijk een ander aanzien
te geven dan het thans heeft. Het pand is op het ogenblik een ergernis
voor de Bredanaars. Ter plaatse moet op enigerlei wijze een behoorlijke
hoekbebouwing komen. De gedachte is er om ter plaatse een recreatief
pleintje te scheppen, dat voor de stad als geheel zeker zijn voordeel kan
hebben.
De heer van Caulil heeft ook uit piëteitsoverwegingen gesteld, dat dit
pand niet als restaurant gebruikt moet gaan worden. Spreker gelooft, dat
deze piëteit te ver gaat. Er hebben ter plaatse nimmer enige constaterin
gen plaats gevonden. Spreker gelooft echter niet, dat tekort geschoten
wordt ten opzichte van de overgrote meerderheid van de stad Breda, als
in het pand een restaurant zou worden ondergebracht.
De heer Melzer heeft er bezwaren tegen, dat burgemeester en wethou
ders zich laten leiden door het behoefte-element. Noch het college van
burgemeester en wethouders, noch hij persoonlijk heeft er behoefte aan
om in deze dirigistisch op te treden. In dit geval was er de gedachte bij
burgemeester en wethouders om een gunstig klimaat te scheppen voor een
zich kunnen ontwikkelen van activiteiten in het particuliere vlak.
Voorts deelt spreker mede, dat de vraag of een afzonderlijke dienst
voor het sociografisch onderzoek gewenst is, inderdaad een punt van
gedachtenwisseling heeft uitgemaakt in het college van burgemeester en
wethouders. Inderdaad is de sociograaf organisatorisch geplaatst bij de
dienst van openbare werken. De sociograaf draagt echter de volle verant
woording voor zijn eigen wetenschappelijke arbeid. De sociograaf ver
richt uiteraard zeer veel werk ten behoeve van de afdeling stadsontwik
keling van de dienst van openbare werken; hij werkt daar zeer nauw
mede samen. Daarnaast verricht de sociograaf ook vele werkzaamheden
op ander terrein. Het college moet zich omtrent deze hele materie nog
bezinnen; het heeft thans geen zin verder in te gaan op de suggesties of
een organisatiedeskundige, een eigen accountantsafdeling en/of een socio
grafische dienst nodig is. Burgemeester en wethouders beraden zich mo
menteel omtrent deze materie; er zal een oplossing moeten komen. Spreker
kan omtrent deze zaak thans niets meer mededelen; hij moet vaag zijn.
Hij verzoekt de raad het standpunt van burgemeester en wethouders af
te wachten.
De heer QUADEKKER is geschrokken van de suggestie om het pand