4 NOVEMBER 1960 451 derhalve zullen eerst de woningen moeten worden overgedragen om daar na verbeterd te worden. Een andere vorm is hem niet duidelijk. Dit wil evenwel niet zeggen, dat hij het in wezen met de heer Nieuwlaat niet eens is. Het zou mogelijk verstandig zijn de dienst reeds te laten inventariseren in welke wijken woningen staan, die voor verbetering in aanmerking komen. Persoonlijk is spreker gaarne bereid om deze materie nog eens met de dienst van openbare werken op te nemen. Het voorstel tot samenstelling van een bewoningshandleiding vindt spre ker een aardig idee. De vraag is evenwel hoe dit aantrekkelijk te maken is. Ook de kosten spelen uiteraard een rol. Spreker zegt toe deze suggestie wel te willen bekijken. Ten aanzien van de glasverzekering deelt de wethouder mede, dat onder tussen offertes van verzekeringsmaatschappijen zijn ontvangen. Gezien de tarieven wordt heel de zaak weer dubieus. Spreker loopt met de gedachte rond dit voor eigen risico te nemen. Men zal niet duurder uit zijn dan bij een verzekeringsmaatschappij. Hangende de onderzoekingen heeft het geen zin een circulaire aan de bewoners te zenden. Wel zal een enquête wor den ingesteld bij de bewoners voor het eventueel sluiten van een glasver zekering op basis van vrijwilligheid met eigen risico voor de gemeente. De heer NIEUWLAAT meent dat de gemeente een taak heeft ter be vordering van de wooncultuur. Er zijn in de stad tal van gemeentewonin gen, die voor verbetering in aanmerking komen. Er moet zeker een plan zijn op te stellen. Ook in de gemeente 's-Hertogenbosch is een dergelijk plan gemaakt, hetgeen verbeteringen van woningen tot gevolg heeft gehad. Met betrekking tot de samenwerking met bouwverenigingen zegt spre ker, dat ook de bouwverenigingen een taak hebben tot verbetering van de woningen. Indien nu de verbeteringen gezamenlijk zouden kunnen ge schieden, kan in het geheel volgens een meer vastomlijnd plan worden gewerkt. De samenstelling van een bewoningshandleiding moge hij nogmaals in overweging geven. Ook de woninginspectrice van openbare werken heeft in deze een taak; deze bestaat niet alleen in het nagaan of een gezin ge schikt is voor een bepaalde woning. Spreker meent, dat haar taak zeker verder moet gaan. Wethouder VERMEULEN zegt, dat het hem nu duidelijker is gewor den wat de heer Nieuwlaat bedoeld heeft met de samenwerking tussen de gemeente en de bouwverenigingen. Het verzoek is dus om in gezamenlijk overleg stappen te ondernemen om te komen tot het samenstellen van minimum woningeisen en om daar waar nodig verbeteringen aan te brengen, om zodoende het woningpeil te verhogen. Het voorstel is vol gens spreker zeker de aandacht waard, zonder evenwel in deze enige toezeggingen te willen doen. De samenwerking met de bouwverenigingen inzake het onderhoud van de woningen wil spreker gaarne uitgesteld zien tot de behandeling van de nota bouwbeleid. Mevrouw VAN MIERLO heeft in het antwoord op het Centraal Rap port gelezen, dat het niet verhuurd zijn van garages geheel los staat van enig aannemingscontract. Spreekster heeft evenwel gehoord, dat een en ander het gevolg zou zijn van gedane concessies aan een aannemer. Indien dit waar is verzoekt zij in de toekomst dergelijke concessies niet meer te doen. Wethouder VERMEULEN antwoordt, dat het gevaarlijk is dit te be weren op grond van „horen zeggen". Hij weet wel, dat de raad destijds tot de bouw van de garages heeft besloten. Als men in deze verkeerd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 451