452
4 NOVEMBER 1960
gegokt heeft en te royaal gebouwd zou hebben, dan is men iets op de tijd
vooruit. In de toekomst zal men wellicht blij met de garages zijn. Ook
spreker betreurt het, dat er thans nog garages leeg staan, doch geen enkele
instantie mag een verwijt worden gemaakt.
Hierna wordt de begroting voor woningbedrijf A vastgesteld.
Woningbedrijf B.
De heer KROON zegt in het Centraal Rapport te hebben gevraagd,
(volgnr. 5) of het geen tijd wordt om de krotwoningen zo spoedig moge
lijk te saneren, omdat deze krotwoningen de grootste bijdragen vragen.
Burgemeester en wethouders antwoorden, dat dit alleen juist is ten aan
zien van de groep 224 krotwoningen K.B., die een gemiddeld exploitatie
verlies van 482,— per woning aantonen; dit is te verklaren uit de om
standigheid, dat juist van deze groep een groot aantal ontruimd is, dus
helemaal geen huur meer opbrengt, terwijl de lasten toch nog doorlopen
(n.l. zolang zij nog niet gesloopt zijn en deze ondergrond ondergebracht is
naar het woningbedrijf).
Ook bij de algemene beschouwingen is er een vraag gesteld over de
opruiming van krotwoningen. Er is toen geantwoord, dat niet alle krot
woningen eigendom van de gemeente zijn. Het blijkt dus, dat de kosten
ontstaan als de krotwoningen al ontruimd, maar nog niet gesloopt zijn.
Spreker verzoekt de krotwoningen bij leegstaan direct te slopen.
Wethouder VERMEULEN zegt, dat burgemeester en wethouders ten
aanzien van de particuliere krotwoningen geen bevoegdheid hebben; alleen
indien zij hinder of gevaar opleveren. Bij de krotwoningen, die eigendom
van de gemeente zijn, is het een andere kwestie. Het betreft hier enkel
een boekhoudkundig foefje. Nu werden de kosten op het woningbedrijf
verantwoord, terwijl na het slopen de kosten ten laste van het grond
bedrijf komen.
De heer KROON merkt op, dat de krotwoningen worden aangekocht
om te amoveren. Hier moet men niet mede wachten; men krijgt een juister
financieel beeld als ze direct worden gesloopt.
Wethouder VERMEULEN zegt dat met het slopen niet langer wordt
gewacht dan nodig is. Op grond van de kosten moet men zich evenwel
niet ongerust maken.
Hierna wordt de begroting voor woningbedrijf B vastgesteld.
Grondbedrijf.
De heer NIEUWLAAT zegt, dat burgemeester en wethouders in het
antwoord op het Centraal Rapport hebben gesteld, dat het van belang
lijkt, dat er ook winkelpanden voor de verhuur worden gebouwd, opdat
ook minder draagkrachtige middenstanders de kans krijgen zich te vesti
gen. Daarnaast wordt steeds getracht goed gesitueerde bouwterreinen be
schikbaar te hebben voor eventuele individuele bouw van winkelpanden.
Spreker vraagt hoe een en ander in de praktijk wordt gerealiseerd.
Wethouder VERMEULEN merkt op, dat het gestelde van de heer
Nieuwlaat enigszins uit zijn verband is gelicht. Het antwoord was bedoeld
om te zeggen, dat het ook zin heeft om te bouwen voor de verhuur aan
minder draagkrachtige middenstanders. Wie niet kan kopen, kan huren.
Het is ook zo, dat getracht wordt goed gesitueerd bouwterrein beschik
baar te hebben voor eventuele individuele bouwers van winkelpanden.