454 4 NOVEMBER 1960 burgemeester en wethouders in het antwoord op het Centraal Rapport, dat het niet mogelijk lijkt bloembakken willekeurig aan te brengen. Wordt hier bedoeld: „is" of moet gelezen worden „dat er een mogelijkheid is". De VOORZITTER antwoordt, dat hier bedoeld is te zeggen: „het wil voorkomen, dat...". De heer VAN TOLEDO heeft ook lof voor de dienst van beplantingen. Toch acht hij het vreemd, dat een mooie grasmat achter de Oranjeboom straat zonder meer is weggenomen. De heer RATTINK zegt, dat er een stuk grond braak ligt tussen de P. C. Hooftstraat en het Graaf Hendrik-III-plein achter de kerk. Hij ver zoekt dit terrein een behoorlijk aanzien te geven. Voorts vestigt spreker de aandacht op het terrein van de h.t.s. aan de Claudius Prinsenlaan. Het terrein valt daar zeer uit de toon. Gaarne zou hij zien, dat ook aan dit terrein, dat eigendom is van de school, iets zou gebeuren. Mogelijk kan de gemeente hierin bemiddelen. De heer Biemans heeft ook bewondering voor de dienst. Minder tevre den is hij evenwel over het onderhoud van de groenstroken op de land wegen. Hij stelt hier de rijkswaterstaat ten voorbeeld, die het werk machi naal doet. Wat de rijkswaterstaat doet, kan ook evenzeer de gemeente doen. Mevrouw VAN MIERLO doet de suggestie om bloembakken en para sols aan te brengen aan de flatwoningen. Hiermede zou mogelijk al bij de bouw rekening kunnen worden gehouden. Wethouder VERMEULEN wil de geuite lof en waardering gaarne overbrengen aan de directeur van beplantingen. Ook persoonlijk is spreker van mening, dat de dienst alle lof toekomt. De door mevrouw de Bonte gedane suggestie met betrekking tot de bloembakken wil hij gaarne onder de aandacht van de dienst brengen. Ook is de suggestie gedaan om meer bomen te planten en opgemerkt dat er teveel horizontaal groen zou zijn. Inderdaad zou men groenstroken langs de trottoirs kunnen laten opruimen en er b.v. parkeergelegenheid van laten maken; dit uiteraard, indien er overigens voldoende groen aan wezig is. In deze moet men echter zeer voorzichtig zijn. Hij wil de op merking gaarne nader bekijken. De door de heer van Toledo gemaakte opmerking met betrekking tot de grasmat achter de Oranjeboomstraat is volledig beantwoord in het ant woord op het Centraal Rapport. Spreker verwijst naar dit antwoord; hij kan er niet meer aan toevoegen. De heer VAN TOLEDO zegt, dat de bewoners zeer gepikeerd waren toen de grasmat werd weggenomen. Volgens de arbeiders van beplantin gen zou de grasmat bestemd zijn voor Vrederust. De bewoners zijn altijd zuinig op het grasperk geweest en zorgden ervoor, dat dit niet werd beschadigd. Wethouder VERMEULEN zegt thans geen ander antwoord te kunnen geven, anders had de heer van Toledo zijn vraag in het Centraal Rapport anders moeten stellen. Ten aanzien van de strook grond achter de Petrus en Pauluskerk neemt spreker aan, dat dit bestemd zal zijn voor bouwterrein. De heer RATTINK verzoekt dit terrein dan toch voorlopig te egali seren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 454