456 4 NOVEMBER 1960 op het Centraal Rapport gezegd, dat het college van burgemeester en wet houders van oordeel is, dat het niet op zijn weg ligt om uit te maken, welke raadsvergaderingen instructief zijn, doch dat de hoofden van scho len hierop attent zouden dienen te zijn. Hoe kunnen volgens spreker de hoofden dit nu beoordelen als zij niet weten, wat er behandeld wordt. Men zou b.v. de raadsagenda kunnen toezenden, doch burgemeester en wethouders zouden het ook zelf aan kunnen geven. Ook een contactavond voor de nieuwe ingezetenen vindt spreker zeker wel zin hebben. De men sen kunnen dan welkom worden geheten en er kan kennis mede worden gemaakt. Steeds is het op de kosten afgewezen. Spreker vraagt zich af of het zin heeft de proef eens te wagen. Loopt het verkeerd uit, dan kan men er gerust mede stoppen. Zo n avond zal zeker zoveel niet kosten. De heer Quadekker heeft bij de algemene beschouwingen ook over de burger- zindagen gesproken. Het kan zijn, dat spreker dit verkeerd heeft begre pen, maar als de heer Quadekker bepaalde voorstellen heeft, dan zal hij die gaarne steunen. De heer QUADEKKER zegt bij de algemene beschouwingen te heb ben opgemerkt, dat het college van burgemeester en wethouders tot zijn spijt het aantal voorstellen betreffende de stimulering van de burgerzin bagatelliseert; in concreto heeft hij de burgerzindagen op het oog. Burge meester en wethouders menen, dat, gezien de te verwachten geringe op komst en belangstelling, deze de kosten niet goed maken. Spreker verzoekt de raadsagenda aan de schoolbesturen toe te zenden. Ook zou hij gaarne zien, dat burgemeester en wethouders met betrekking tot de verzoeken van de mensen op de publieke tribune een breed standpunt zouden willen innemen. De VOORZITTER zegt, dat de moderne jeugd op specifieke wijze is te benaderen. Ze hebben er geen interesse voor wat in de raadsvergade ring wordt behandeld; het luisteren ligt hen niet zo goed. Er zijn jeugd- gemeenteraden in den lande; laat de jeugd het zelf doen. Dat is ook een manier en een betere weg dan het aanbieden van koffie. De suggestie van de maquettes is toegepast bij de tentoonstelling „Medium", afgelopen zomer; het was een grote standplaats, die de gemeente Breda daar innam. Het uitzenden van raadsvergaderingen via het radiodistributienet is on mogelijk; de P.T.T. wil daar pertinent niet aan. Het bestaande contact met de burgerij via de pers moet men vooral niet onderschatten; de pers heeft regelmatig contact met burgemeester en wethouders. Ook moet niet wor den vergeten, dat burgemeester en wethouders en de raad contacten heb ben met de al of niet georganiseerde burgerij. Soreker is stellig van me ning, dat men er met koffie en praatjes niet komt. Wethouder BASTIAANSEN waarschuwt er voor, dat men op dit gebied geen verkeerde voorstelling van zaken moet hebben. Als men op dit gebied verwachtingen heeft, moet men die niet te hoog aanslaan. Om jonge mensen voor de politiek te interesseren zijn de raadsvergaderingen nu juist niet geschikt. Men moet belangstelling hebben voor de publieke zaak. Op het culturele terrein zijn al verschillende contacten; dit is veel belangrijker dan een bezoek aan een raadsvergadering. De heer QUADEKKER stelt voor de maquette van het nieuwe politie bureau, die momenteel opgeslagen staat, in een winkeletalage te plaatsen ter bezichtiging. De VOORZITTER wil zich gaarne beraden of er wegen te vinden zijn om de burgerzin op te voeren. De heer RATTINK vindt het contact met de scholen toch wel erg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 456