4 NOVEMBER 1960 457 belangrijk. Al is het dan niet hèt middel, het is toch een middel. Het spreekwoord geldt toch altijd nog: „Zou de ouden zongen, zo piepen de jongen". Spreker neemt gaarne genoegen met de toezegging van de voor zitter, waarvan hij ook resultaten verwacht. Wethouder BASTIAANSEN merkt nog op, dat er slechts één school geweest is, die gevraagd heeft om een raadszitting bij te wonen; mogelijk zal die school een van de volgende keren komen. Spreker blijft bij zijn standpunt, dat het initiatief van de scholen moet uitgaan. De heer VIS zegt, dat er in deze gemeente een jeugdgemeenteraad heeft bestaan, waarin zowel hij als de heer Zijtregtop zitting hebben gehad. Het mislukken van deze jeugdgemeenteraad komt volgens spreker, omdat in die raad dezelfde voorstellen werden behandeld als in de gemeenteraad zelf. Dit was een foutieve opzet. Er werd dus min of meer geïmiteerd, wat in de gemeenteraad gebeurde. Het was verkeerd de jeugd uitspraken te laten doen over die voorstellen. Dit kon mogelijk politieke consequenties hebben; anderzijds is een jeugdparlement of jeugdraad wel degelijk een instituut om belangstelling op te wekken. Zo zou een bepaald rapport in een jeugdraad een onderwerp van discussie kunnen uitmaken. Dat er bij de jeugd wel degelijk belangstelling bestaat, blijkt wel uit het feit, dat op initiatief van een Haagse school een jaar geleden een blad is opgericht „Reflecta", waarin binnen- en buitenlandse politiek wordt be handeld, welke blad nu reeds vele abonnees heeft. De VOORZITTER ziet persoonlijk wel iets in een jeugdraad. Hij wil dit met het college nader bespreken. Hij zou het aardig vinden, als hij zelf eens op de publieke tribune zou mogen zitten. De heer KROON zegt, dat het aankweken van burgerzin herhaaldelijk is besproken. Hij is het in grote trekken met het betoog van de heer Vis eens. Het ligt volgens spreker niet op de weg van de gemeente om dit te activeren, maar op de weg van de politieke partijen. De heer HULSKRAMER vestigt er nog even de aandacht op, dat zijn voorstellen gekomen zijn van de bezoekers van de raadsvergaderingen. De VOORZITTER geeft te kennen, dat aan het verzoek geen gevolg kan worden gegeven, enkel en alleen vanwege de praktische bezwaren. Spreker zegt toe, da' ollege van burgemeester en wethouders zich nader zal beraden o\ nstelling van een jeugd-gemeenteraad. Hierna schorstede voorzitter te 17.00 uur de vergadering tot 19.30 uur. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 457