468 4 NOVEMBER 1960 dit punt van elders voor Breda bij de thans in uitzicht gestelde voorzie ningen niet aanwezig. Ook de heer Van Werkhooven zal dit uit de aan gekondigde voorzieningen niet hebben afgeleid. Toch blijft op dit punt inderdaad waakzaamheid geboden, zodat men niet kan overslaan naar een te veel aan maatregelen. De verkeerscommissie is zeer deskundig samengesteld; hierin hebben o.m. de volgende personen zitting: de heer Fick, de commissaris van politie, inspecteur Van Goethem van de verkeerspolitie, de directeuren van de lichtbedrijven en van openbare werken, de chef van de afdeling algemene zaken der gemeentesecretarie, de directeur van de B.B.A. en de raadsleden Rattink en Van Gisbergen. De heer QUADEKKER is bijzonder blij met het antwoord van de voorzitter omdat deze de vraag heeft gesteld waarom er in Breda geen verkeersbrigadiertjes zijn. De raad heeft n.l. herhaaldelijk verlangens in deze richting uitgesproken. De heer Vis en spreker zijn fervente voor standers van dit instituut gebleken. Burgemeester en wethouders hebben dit wel niet geheel afgewezen, maar zij verwachtten initiatieven van particuliere zijde. Het is echter duidelijk dat de gemeente zelf deze zaak moet stimuleren en aantrekkelijk maken. Spreker heeft geconstateerd dat de politie bij donker wel eens per fiets zonder licht surveilleert; hij is daar meer dan eens van geschrokken. Deze mensen lopen daarbij nogal gevaar. Het zal misschien wel zo moeten in verband met andere dan verkeersovertredingen. Spreker is eveneens blij met de toezegging van de wethouder inzake de beveiliging nabij het meisjeslyceum. Bij de opening van deze school is gevraagd beveiligingsmaatregelen te treffen. Er werden maatregelen toe gezegd, doch niet voor tijdelijk. Met veel behendigheid neemt men de aangebrachte hekken; jonge mensen denken niet aan de grote kans op ongelukken. Als in dit verband wordt gesproken van minder efficiënt gebruik van mankracht wil spreker stellen dat, welk krediet er ook nodig moge zijn, dit altijd verantwoord is in dit geval. Er moeten daar dan maar verkeerslichten komen. Per dag steken 782 maal kinderen deze weg over. Spreker kent de situatie en wordt op de weg immer geconfronteerd met het silhouet van het lyceum. Anderen kennen dit niet. Een verkeers lichteninstallatie met vooraanduidingsborden kan de oplossing brengen. Eventueel is deze alleen in te schakelen op de tijden van aan- en uitgaan van de school. In verband met de Liesboslaan heeft de wethouder gewezen op de wettelijke bepalingen inzake de snelheidsbeperking. Toch is dit niet geheel duidelijk. Op de Graaf Engelbertlaan is toch ook een snelheidslimiet van 70 km. per uur ingesteld. Er zal andermaal met rijkswaterstaat moeten worden gesproken. Afremmen van de snelheid tot 70 km. per uur zou al een grotere mate van veiligheid betekenen. Spreker acht het gebruik van luidsprekerauto's voor het attent maken op verkeersfouten toch wel doelmatig. Als hij via een uiterlijk kenteken (kale kop) op een fout wordt attent gemaakt zal hem een dergelijk feit niet meer voor de tweede maal overkomen. Ten slotte zou spreker wel erg gaarne zien dat het niet meer voorkomt dat de naam van Breda wordt genoemd op een bezinningsdag, zoals dus onlangs gebeurde toen H. M. de Koningin het aantal verkeersslachtoffers van een jaar gelijk stelde met het totale inwonertal van Breda. De heer KAMPHUYS dankt voor het uitvoerige antwoord op zijn vragen en opmerkingen. Hij heeft met belangstelling kennis genomen van de voorgenomen maatregelen tot beperking van de verkeersonveiligheid. Het gebruik van radiowagens mag men meer of minder elegant noemen, het is in elk geval een proefneming waard. Spreker is zelf ook overtuigd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 468