4 NOVEMBER 1960
473
gemeentelijke keuringscommissie kan worden geknipt. In feite is hiervan
bij herkeuring natuurlijk wel sprake.
Het is een bijzonder moeilijke materie. Dit is een subsidie in ruim ver
band, waarbij de gemeente lid is van een organisatie, die zich met de
onderhavige taak heeft belast. Spreker blijft principieel bezwaren houden,
doch gezien deze moeilijke materie zal hij niet tegen de betreffende be
grotingspost stemmen. Hij wil wel duidelijk uitspreken dat hij het in
principe niet eens is met het feit dat de rijkskeuring nog eens wordt
overgedaan. Spreker zou gaarne in de toekomst aan deze zedelijke apart
heid willen ontkomen en bepaalde tendenzen wijzen toch wel op deze
mogelijkheid.
De VOORZITTER ontkent dat de nakeuring leidt tot zedelijke apart
heid. De wettelijke normen liggen niet anders; maar er is een ander accent,
in het gevoels- en wilsleven, bij de interpretatie van die normen. Spreker
onderstreept nog eens dat het bedrijfsleven deze nakeuring in toenemende
mate op prijs stelt.
De heer VAN BIJNEN is eveneens zeer erkentelijk voor de gegeven
toelichting. De mededeling inzake het couperen was zeer verhelderend.
Spreker kan zich de sympathie van het bedrijfsleven voor deze nakeuring
wel voorstellen. Hij stelt uiteraard prijs op handhaving van deze begro
tingspost.
De heer QUADEKKER sluit zich aan bij het betoog van de heer Van
Bijnen.
Volgnr. 152c.
De heer QUADEKKER wil in het kader van het betoog voor veilig
verkeer opmerken dat er voor subsidie aan de vereniging voor veilig
verkeer geen bedrag is uitgetrokken.
De VOORZITTER verwijst naar de toelichting op deze post, waaruit
blijkt dat dit subsidie bij raadsbesluit werd afgevoerd.
De heer KAMPHUYS herinnert er aan dat dit subsidie werd afgeschaft
omdat men de activiteit van deze vereniging onvoldoende achtte. Het
uitgetrokken bedrag voor subsidie werd toen bestemd voor het verkeers-
centrum.
Hoofdstuk III wordt vastgesteld.
HOOFDSTUK IV.
Volgnr. 178.
De heer LOUS vraagt of het de bedoeling is dat de volksbadplaats
verdwijnt wanneer het zwembad Wolfslaer gereed is gekomen.
Wethouder BASTIAANSEN ontkent dit.
Volgnr. 176.
De heer STOKKERMANS wijst op klachten van bewoners over de
vervuiling van de zweminrichting ,,Het Ei".
Wethouder BASTIAANSEN kan zich wel voorstellen dat de gebruikers
van het Ei klagen. Als er over bewoners gesproken wordt moet men
toch niet alleen denken aan de bewoners van Boeimeer. De bezoekers