474 4 NOVEMBER 1960 komen uit de gehele stad. Er is aan het euvel van de vervuiling al heel wat gedaan. Het bad wordt gevoed door welwater en door middel van pompen ververst. Maar daaraan zijn grenzen. De eerste aanzet tot bestudering van de zwemsituatie is aangevangen, mede in verband met de realisering van het plan Wolfslaer. Hoofdstuk IV wordt vastgesteld. HOOFDSTUK V. Hoofdstuk V wordt vastgesteld. HOOFDSTUK VI. De heer VAN TOLEDO wijst er op dat de bewoners van het Heuveleind niet erg ingenomen zijn met deze straatnaam. Er zit een associatie in met het Westeinde. Zou deze naam niet veranderd kunnen worden in Heuvelplein? De heer QUADEKKER wil een compliment maken voor de fraaie straatnaamborden, welke thans worden toegepast. De heer VAN TOLEDO wil nog eens attent maken op de slechte toestand van de poorten achter de woningen Heemskerkstraat, Colijn- straat en Dr. Struyckenstraat. De bewoners kunnen deze achteringang niet gebruiken. Is daar nu niets aan te doen? De heer MENDES heeft in de memorie van antwoord gelezen dat burgemeester en wethouders de neiging hebben het stadhuisplan enige voorrang te geven boven een nieuwe schouwburg. De schouwburgkwestie is bij de algemene beschouwingen reeds door vier fractievoorzitters behandeld. Er is niet veel ruimte hierover nog veel te zeggen, maar spreker wil toch nog wel wat opmerken. Hij acht n.l. het samenspel tussen burgemeester en wethouders en de raad in dit geval minder geslaagd. De schouwburgkwestie heeft een groots verleden. Reeds bij de behandeling van de begroting 1954 is de aandacht gevestigd op Concordia. Er werd gesteld dat deze schouwburg verouderd was en daardoor een nadelige invloed had op het culturele leven van Breda. Er werd toen vastgesteld dat er in Breda een schouwburgkwestie was. Nu schrijven burgemeester en wethouders in de memorie van antwoord dat er in de toekomst behoefte zal bestaan aan een nieuwe schouwburg. Maar in 1954 is toch al vastgesteld dat die behoefte er was. In maart 1959 werd bovendien een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld. In het voorstel is o.m. het volgende gesteld: De besprekingen in deze kleine commissie, die gecompleteerd werd met enkele vertegenwoordigers van de gemeente, hebben geleid tot eenstemmige akkoordverklaring met het plan om te komen tot de bouw van een nieuwe schouwburg aldaar, die boven dien als congresruimte bruikbaar dient te zijn, wat invloed heeft op de bijkomende outillage en ruimten als keuken, restaurant en zo mogelijk terras. Het was in die besprekingen duidelijk dat het gebouw Concordia niet meer aan de behoeften beantwoordt en uit hoofde van ligging, gebrek aan financiën en te geringe mogelijk heden uit technisch oogpunt bezwaarlijk voor het beoogde doel geschikt te maken is. De schouwburgkwestie is nu blijkbaar anders komen te liggen. Is nu de opdracht verstrekt of ingetrokken. Wat is er met het krediet van 40.000,gebeurd?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 474