476 4 NOVEMBER 1960 maar een kleine kring van belanghebbenden bij betrokken. De schouw burg gaat echter een groot deel van de Bredase bevolking aan. De VOORZITTER wacht de plannen van Concordia af. Hij wil deze een kans geven, doch allereerst zien wat dit voor mogelijkheden biedt. Wethouder VERMEULEN zal het compliment inzake de straatnaam borden aan de betrokken instanties doorgeven. Aan hetgeen reeds is mede gedeeld over de achterpaden van de woningen aan de Dr. Struycken- straat e.d. is niets meer toe te voegen. Ook spreker kent dit euvel uit eigen ondervinding. Verbetering zou in het onderhavige geval 3500, kosten. Gelet op de financiële toestand van de gemeente zal hierop bezwaarlijk goedkeuring zijn te verwachten. Bovendien zijn er de con sequenties. Het einde zou niet zijn te overzien. Spreker zal nog eens nagaan of er mogelijk wat eenvoudige voorzieningen zijn te treffen. De suggestie inzake de naam „Heuvelplein" zal spreker doorgeven aan de commissie voor de straatnaamgeving. Volgnr. 250. De heer QUADEKKER heeft kennis genomen van de naam Stulemeijer- brug. In het verleden heeft hij gepleit voor het gebruik van de naam van Generaal Maczek voor een of andere straat. Toen is gesteld dat bij straat naamgeving namen van personen alleen worden gebruikt wanneer deze personen zijn overleden. De heer RATTTNK kan weinig bewondering opbrengen voor diverse straatnamen, zoals deze de laatste tijd zijn ontstaan. Hij noemt een aantal voorbeelden: Voorvang, Bijvang, Uitvang, Achtervang; Lange Bedde (uit te breiden met Korte Bedde, Hoge Bedde, Lage Bedde en Divanbedde?). In Boeimeer ging het goed. Er was al: Vondelstraat, Brederostraat, Jacob Catssingel, Roland Holststraat (welke?), Willem Kloosstraat. Waar om dan: Langendijk, Zaart? Het geven van namen van akkers en lande rijen is misschien goed voor een plattelandsgemeente. Daar kent men die namen. Maar de Bredanaars zeggen de namen: Lange Bedde, Klitsert, Vingerhoed en Zaart niets. Het heeft natuurlijk wel zin als ze algemeen bekend zijn, als bijvoorbeeld de Blauwe Kei en de Gasthuisvelden. Spreker heeft willen betogen dat een stad van 100.000 inwoners ook bij straat naamgeving een zekere standing moet ophouden. Het plein voor het nieuwe stadhuis ware „Europaplein" te noemen. Mevrouw VAN MIERLO geeft in overweging de standplaatshuur van friteskramen te herzien. Zij acht deze namelijk te laag, mede omdat de winkeliers in dit artikel daardoor in een ongunstiger positie verkeren. De heer STOKKERMANS heeft opgemerkt dat onder volgnummer 274 1.000,is uitgetrokken voor onderhoud van de notaris Verschraage- bank. Spreker gelooft niet dat er vorig jaar een gulden aan besteed is. Hij vraagt daarom welk gedeelte van het uitgetrokken krediet in 1961 voor dit doel zal worden uitgegeven. De heer VIS vraagt in verband met de raming op volgnummer 280 of er nu reeds een structuurplan bestaat. Spreker vraagt zich af of dit niet een goed onderwerp is voor een informele vergadering, uiteraard mits het plan er is. Een klein kaartje van dit plan zou bovendien erg instructief kunnen zijn. De heer VERSCHUREN zegt het volgende:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 476