4 NOVEMBER 1960 477 Volgnr. 252. Door mij is de vraag gesteld te komen tot het verharden van een drietal landwegen. In het antwoord op het centraal rapport wordt medegedeeld dat wat de Raamschoorseweg betreft wordt gewacht op goedkeuring van gedeputeerde staten. Ten aanzien van de Mastdreef en Hovenierstraat wordt overleg gepleegd met de cultuurtechnische dienst. Daar deze wegen reeds grotendeels zijn verhard zou ik nogmaals bij uw college willen aandringen op het in orde brengen van de resterende gedeelten, die zeer slecht zijn, zo mogelijk uit de post onderhoudskosten. Ik wil uw college en de dienst van openbare werken dank brengen voor de verharding van het Bouwluststraatje en een gedeelte van de Vuchtschootseweg, die dit jaar zijn gereed gekomen. Volgnr. 268. Door mij is de vraag gesteld de waterlopen in onderhoud bij de gemeente twee maal per jaar te schouwen. Hier is bedoeld twee maal maaien. In het antwoord op het centraal rapport wordt medegedeeld dat alle water lopen, in onderhoud bij de gemeente, twee maal per jaar geschouwd zullen worden. Als uw college dan ook bedoelt twee maal maaien per jaar dan dank ik U voor deze grote verbetering. Wethouder VERMEULEN bevestigt dat bij burgemeester en wethouders strikt formeel de opvatting heerst dat bij straatnaamgeving van personen namen alleen namen van overleden personen in aanmerking komen. De naam van Generaal Maczek is reeds eerder in het college van burge meester en wethouders ter sprake gebracht. Toen was er nog geen aan leiding deze naam te gebruiken voor straatnaamgeving. Dat wil niet zeggen dat deze naam het college niet bijzonder aanspreekt. Spreker wil dit punt in het college van burgemeester en wethouders nog eens aan de orde stellen. Het betoog van de heer Rattink inzake de straatnaam geving kan spreker wel voor een deel volgen. Er is echter een commissie van deskundigen voor deze aangelegenheid en men moet begrip hebben voor de gedachtengang van deze personen. Men ontleent veelal namen aan het verleden. Aan de andere kant kan men inderdaad vragen: gaat dit soms niet te ver. Spreker verkondigt nu echter slechts zijn persoonlijke opvatting. Hij zal dit evenwel in het college aan de orde stellen. In verband met de opmerking van Mevrouw Van Mierlo inzake de huur van frites-standplaatsen deelt spreker mede dat het de bedoeling is van het gemeentebestuur dat deze kramen eerlang geheel verdwijnen. Het standplaats-bedrag steunt vermoedelijk op een verordening. Spreker kan begrip opbrengen voor het standpunt van de exploitanten van frites- winkels. Hij heeft de gestelde vraag voor nader beraad genoteerd. De vraag van de heer Stokkermans is buiten de orde omdat ze niet schriftelijk is gesteld. Als aan de Verschraagebank niets is besteed dan zal het daar voor bestemde krediet beschikbaar zijn gebleven. Spreker gelooft niet dat men zich aan verschrijvingen schuldig maakt. In verband met de opmerkingen van de heer Verschuren zal spreker doen aandringen op een spoedige toezegging voor subsidiëring van de werkzaamheden aan de bedoelde landwegen. Mocht de uitvoering in ver band met de conjuncturele omstandigheden, geen werklozen, lang op zich laten wachten, dan zal spreker overwegen of op verantwoorde wijze een andere oplossing, dan echter ten volle ten laste van het gemeentebudget, mogelijk is. Voorts kan spreker de heer Verschuren beloven dat hij zal toezien dat het onderhoud der waterlopen inderdaad regelmatig zal ge schieden. De VOORZITTER is het eens met de heer Vis dat het structuurplan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 477