4 NOVEMBER 1960
485
te trekken om in commissies zitting te nemen en daarin te werken. De
sportstichting doet veel werk en nauwgezet en met veel liefde. De richt
lijnen zijn vastgelegd in de statuten. Overigens zijn deze slechts globaal.
De sportstichting beraadt zich thans over de taak die haar toekomt. Hierbij
wordt allereerst aan concrete zaken gedacht en nog niet wetenschappelijk.
Onder meerdere is aan de orde een rapport over het subsidiebeleid en de
huren. Gevraagd is of de sportstichting financiële gegevens krijgt van de
verenigingen. Dit is inderdaad het geval, maar het is wel eens moeilijk ze
beschikbaar te krijgen. Men kan zich dat ook wel voorstellen. Inzake
de verhuur van het complex „De Blauwe Kei" zijn er langdurige bespre
kingen geweest, waarbij wel degelijk cijfers zijn geproduceerd. De recette
is nog niet opgenomen, maar er zijn in dezen wel bepaalde afspraken
gemaakt. Boven 20.000.moet een deel van de recette worden afge
dragen.
Bij hockey worden geen entrees geheven; men heeft daarbij nog
steeds vrije toegang. Dit is een amateuristische sport en daarop blijft
men prijs stellen. Volgens de bepalingen van de hockeybond mag men
trouwens ook geen entrees heffen. Dit moet worden gerespecteerd.
Het zomeravondvoetbal is er inderdaad slecht afgekomen. De directie
van de sportstichting doet alle moeite om dit en soortgelijke evenementen
serieus te helpen. Maar spreker vraagt begrip voor de moeilijke sport
veldensituatie. De vier sportvelden in het Brabantpark hadden vorig jaar
eigenlijk al bespeelbaar moeten zijn.
Als men stelt: er moet iets gebeuren met de sportzaken, dan ant
woordt spreker: er gaat niets mis. De sportstichting is gericht op haar
eigen taak en zij bestudeert alles grondig. Veel moet voorlopig in der
minne worden geschikt en vele problemen moeten worden opgelost. Er
is niets aan de hand.
Er is gesproken over een rechtvaardige subsidieverdeling. Is er niet
een nota mogelijk over het subsidiebeleid. Spreker merkt op dat ook in
de sfeer van sociale zaken heel wat subsidies worden verstrekt. Men
zou dan ook alle subsidies moeten bezien. Het is in elk geval wel de
bedoeling van burgemeester en wethouders zich over een zodanige nota
te beraden. In het recente verleden zijn al enige concrete voorstellen
gedaan. Misschien zullen wel meer voorstellen van deze aard volgen.
Wat betreft de verdeling tussen de subsidiëring van volkscultuur en
exclusieve cultuur kan men zeggen: de verhouding is niet juist. Het is
echter niet mogelijk beide grootheden met elkander in vergelijking te
brengen. Men kan niet stellen dat de culturele verheffing van onder op
moet komen. De culturele spreiding betreft alle lagen der bevolking. Er
moet evengoed een stimulans van boven af komen.
Uiteraard mag de cultuur zich niet tot een exclusieve groep beper
ken. Overigens laat dit alles zich niet in cijfers uitdrukken. Elke maat
schappij kent zijn voortrekkers. Zo is het ook bij de culturele evene
menten. Toch kan dit bevruchtend werken op de onderste lagen. Nog
maals: het laat zich niet in cijfers uitdrukken, wat aan het een en wat
aan het ander moet worden besteed.
In de sector sport is er sprake van een groot indirect subsidie. Boek
houdkundig zou het natuurlijk gemakkelijk zijn niet alle lasten van de
sport tot uitdrukking te brengen, maar daar wordt toch niet veel voor
gevoeld. Men bedenke dat een zeer groot deel van de sport en de cultuur
wordt gedragen door verenigingen van personen en groepen, die niet in
staat zijn de nodige gelden op te brengen.
Er is gesteld dat het accent van de Beijerd iets teveel op de tentoon
stellingen ligt. Spreker wil echter naar de kunstagenda verwijzen. Daar
uit blijkt wel dat de activiteiten echt niet tot tentoonstellingen zijn be
perkt. Er zijn zowel muzikale als litteraire avonden. Culturele vereni
gingen hebben er hun activiteiten. Het accent ligt dan ook niet teveel