4 NOVEMBER 1960 491 ten einde en zoals gebruikelijk weer zonder wijzigingen aangenomen. U zult ook wel een zucht van verlichting slaken, nu alles weer voorbij is. U en uw college wens ik geluk met het aannemen van deze begroting onder dankzeggging voor het vele werk dat er onder uw leiding aan is besteed. Niet alleen de heer Quadekker, maar de gehele raad, heeft het erg gewaardeerd, dat Mevrouw Geuljans een deel der vergadering heeft bijgewoond. Moge haar goede voorbeeld door vele andere dames worden gevolgd. Inzonderheid U, mijnheer de voorzitter, dank ik, namens de raad, voor uw leiding. We hebben reeds verschillende malen raadsvergaderingen onder uw presidium meegemaakt, doch deze begrotingsbehandeling was de eerste. Het zal U wel niet verwonderen dat tevoren gedacht was: hoe zou het gaan onder de nieuwe voorzitter. Misschien hebt U er zelf ook wel met enige zorg tegen aan gekeken. Ik kan LI echter verzekeren, dat deze zijde van uw collegetafel zeer tevreden is over uw optreden tegenover de raad en dat we van nu af aan niet meer over wennen zullen moeten spreken. Wij hebben waardering voor uw prima uiteenzetting betreffende de filmkeuring. We weten thans wat we aan U hebben en vragen U voor de toekomst op dezelfde voet te willen doorgaan. Ook de wethouders zeg ik dank voor de wijze, waarop zij zich van hun taak hebben gekweten. Over de begroting zelf, met haar aanhangsels, is weer ernstig gepraat, waaruit U moge blijken dat door de raadsleden ook ernstige studie van haar inhoud is gemaakt. Dat we met de toegemeten tijd van 3 dagen met daartussen het 25-jarig jubileum van de gemeentesecretaris zouden zijn toegekomen, had ik niet verwacht. Ik heb met een langer duur reke ning gehouden, vandaar dit min of meer geïmproviseerde praatje. Het is dan wel laat geworden, maar we hebben de eindstreep toch bereikt. De verdere uitvoering van de begroting behoort tot uw bevoegdheid. Vol vertrouwen zien wij uw voorstellen in het jaar 1961 tegemoet en wij hopen, dat door wijs beleid en grote stuwkracht de stad Breda er de goede vruchten van mag plukken en er wel bij mag varen. Ze is het zeker waard. En nu maakt U volgende week, 12 november beginnende, met wet houder Meijs en de gemeentesecretaris, een uitstapje van plm. 10 dagen naar Israël. Wij allen, die niet gaan, noemen U geluksvogels. Weer niet alleen de heer Quadekker, maar de gehele raad, wenst LI een voor spoedige reis toe naar het Heilige Land. Wij hopen van harte, dat deze dagen leerzame maar ook genotvolle voor U mogen zijn. Wij zullen met U meeleven, voor zover berichten over uw reis ons zullen bereiken en wij vergezellen LI,<59 uw vliegtocht heen en terug.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 491