506
16 NOVEMBER 1960
hier de geestelijke volksgezondheid in het gedrang komt.
Willen we hoogbouw, goed, maar laten we dan zorgen voor eqn behoor
lijke geluidsisolatie. Hoe, dat laat ik graag aan de deskundigen over, maar
veel narigheid zou daarmee voorkomen kunnen worden.
Ik hoop, dat mijn opmerkingen ertoe mogen bijdragen Uw aandacht op
dit punt te verscherpen.
De heer BROEDERS zegt het volgende:
Mijnheer de voorzitter.
Met voldoening heeft onze fractie kennis genomen van de inhoud van
llw nota over het huisvestings- en woningbouwbeleid.
Het vraagstuk van de woningnood vergt de bijzondere aandacht van
Uw college en van de raad. omdat zoals terecht in de inleiding wordt
gesteld de woningnood, ook nu nog, voor velen een bron is van on
vrijheid, ongemak en leed en een gevaar voor de geestelijke en lichamelijke
volksgezondheid.
Dat de raad bijzondere interesse heeft voor dit vraagstuk is reeds meer
malen gebleken, met name uit de discussies over de bouw van goedkope
woningen.
De voor ons liggende nota maakt het mogelijk dat de raad met U van
gedachten wisselt, zowel over het huisvestings- als over het woningbouw
beleid.
Het verheugt mij, dat Uw college na eerst een inzicht te hebben
gegeven in de huidige woningnood zich duidelijk heeft willen uitspre
ken over het te voeren huisvestings- en woningbouwbeleid.
Uit de analyse van de huidige woningnoodsituatie blijkt duidelijk dat de
woningnood onevenredig zwaar drukt op de groep van de minst-draag-
krachtigen. Het is goed dat dit nadrukkelijk wordt vastgesteld, omdat dit
van betekenis is voor het te voeren beleid.
Het beleid dat Uw college wil voeren is dan ook terecht gericht op het
opheffen van de woningnood van deze groep. Dit heeft vanzelfsprekend
onze volledige instemming.
Graag wil ik over het te voeren beleid toch enkele opmerkingen maken.
Allereerst over het huisvestingsbeleid.
Op bladzijden 9 zijn de interne richtlijnen vermeld, die Uw college wil
hanteren.
Daarbij is onder punt 7 de volgende bepaling opgenomen.
„Degene die binnen 2 jaar na het aangaan van een arbeidscontract de
hem i.v.m. dat contract toegewezen dienstwoning moet verlaten, is voor
het verkrijgen van andere woonruimte op eigen initiatief aangewezen".
Nu begrijp ik wel, dat van richtlijnen kan worden afgeweken. Dat is
in dit geval ook wel nodig, want een vrij straffe toepassing stuit mijns
inziens op ernstige bezwaren.
Het komt namelijk meermalen voor, dat een arbeidscontract, om alles
zins acceptabele redenen, binnen twee jaar wordt beëindigd.
Om enkele voorbeelden te noemen:
De werknemer kan zijn positie belangrijk verbeteren.
De werkgever kan met de vereiste toestemming het arbeids
contract binnen de twee jaar beëindigen.
Er kunnen zich omstandigheden voordoen, dat de werknemer, om
voor hem dringende redenen, de arbeidsovereenkomst op staande voet
verbreekt.
Het zou m.i. bepaald onjuist zijn indien in deze gevallen betrokkene op
eigen initiatief zou zijn aangewezen ter verkrijging van andere woon
ruimte.
Graag verneem ik hierover het oordeel van Uw college.