508
16 NOVEMBER 1960
Het beleid dat Uw college overweegt te gaan voeren heeft mijns inziens
vergaande consequenties.
Het schept moeilijkheden voor de gewone gezinnen die praktisch wor
den gedwongen te verhuizen uit deze straten. Vervolgens dient te worden
nagegaan of in deze wijken voor zwak-sociale gezinnen aangepast maat
schappelijk werk dient te worden ingevoerd.
Het voorgenomen beleid grijpt diep in, in de ontwikkeling van bepaalde
wijken.
Heeft Uw college dit alles reeds overwogen en welke zienswijze hebt
U daarover? En is Uw college bereid hierover met de raad van gedachten
te wisselen, alvorens dit beleid wordt toegepast?
Ten aanzien van het te voeren bouwbeleid moge ik het volgende op
merken.
In het centraal rapport heb ik een vraag gesteld over de bouw van wo
ningen in de woningwet-sector, met name voor de minst draagkrachtigen.
Daarbij heb ik onder anderen gevraagd of Uw college wil nagaan of
een zo gunstig mogelijke combinatie van factoren die de huurprijs beïn
vloeden, kan worden verkregen.
Het in de nota uitgestippelde beleid is er inderdaad op gericht om een
zo gunstig mogelijke combinatie te verkrijgen. Onder anderen door:
een juiste verkaveling van de bouwterreinen en een zo economisch
mogelijke aanleg van de groenvoorziening;
het eventueel combineren van twee jaarcontingenten en een ten op
zichte van elkaar gunstige situering van deze woningen;
Hiervoor heb ik grote waardering, alsook voor het feit dat U hiermee
rekening wilt houden bij de vaststelling van de uitbreidingsplannen.
Indien ter bereiking van het gestelde doel de bouw van goedkope
woningen enkele concessies moeten worden gedaan met betrekking tot
het woongerief door de bouw van woningen met een geringere inhoud, dan
heeft dat mijn instemming.
Dat we op deze vergadering reeds een voorstel ter goedkeuring krijgen
voorgelegd voor de bouw van 76 eengezinswoningen, waarvoor een extra-
bijdrage uit 's Rijks kas kan worden aangevraagd, getuigt van grote
voortvarendheid.
We zijn Uw college daarvoor zeer erkentelijk.
In het kader van het uitgestippelde beleid is het vanzelfsprekend, dat we
zoveel mogelijk van deze regeling gebruik maken.
Terecht stelt Uw college ook dat voorkomen dient te worden, dat door
de bouw van vrije-sector- en duurdere woningen een zodanig deel van de
bouwcapaciteit in beslag wordt genomen, dat de bouw van goedkope wo
ningen voor zelf-bewoning en verhuur in gevaar wordt gebracht.
Een aantal goedkopere woningen dient als huurwoningen in de premie
sector te worden gebouwd en Uw college acht daarvoor overleg en even
tueel inschakeling van bouwondernemers, bedrijven, beleggers en bouw
verenigingen nodig.
Ik kan het daarmee eens zijn, maar mag ik in dit verband ook Uw aan
dacht vragen voor de bevordering van het eigen woningbezit met gebruik
making van de door het Rijk te verstrekken premies en toelagen.
Kan deze bouw ook in Breda worden bevorderd, bijvoorbeeld in over
leg met het bemiddelend orgaan ,,De Eigen Woning"?
Kan voor de bouw van deze woningen tijdig gunstig gelegen bouwgrond
in optie worden gegeven?
Het is mij bekend, dat in andere plaatsen o.a. te Eindhoven op
deze wijze gunstige resultaten zijn verkregen. En te Roosendaal is op
initiatief en met medewerking van het bedrijfsleven deze bouw sterk
bevorderd.
Terzake van de exploitatieberekeningen merkt Uw college op, dat bin
nenkort aan de raad zal worden voorgesteld bij het vaststellen van de