16 NOVEMBER 1960 511 woningen voor de leden van de woningbouwverenigingen vrij blijven??? De nadere uitwerking om te komen tot benutting van de mogelijkheden om de bouw van goedkope woningen te realiseren, zoals deze voorts door LI zijn uitgewerkt in de laatste blz. van de nota heeft mijn volledige instemming. Het voorstel op de agenda van heden no. 10 tot het stichten van 76 woningwetwoningen in Doornbos moge spoedig door meer dergelijke voor stellen worden gevolgd. De heer HULSKRAMER zegt het volgende: Mijnheer de voorzitter, Als ik naar aanleiding van de nota over het huisvestings- en het woning bouwbeleid enige opmerkingen mag maken, wil ik beginnen met de woor den van mijn fractievoorzitter, gesproken bij zijn algemene beschouwingen, te onderstrepen en een woord van dank en waardering tot Uw college te richten voor de uitgebreide en goed gedocumenteerde voorlichting, die wij t.a.v. deze materie in deze nota van U hebben gekregen. Het woningnoodprobleem en alles wat daarmee samenhangt heeft ieder jaar bij de begrotingsbehandeling de belangstelling van vele leden van de raad en de uitvoerige discussies, hierover gehouden, zijn daarvan het beste bewijs. Met voldoening heeft mijn fractie dan ook kennis genomen van het feit, dat de eerste indruk, die deze nota geeft, is, dat de woningnood en het woningbouwbeleid in onze stad gunstig afsteekt tegenover de situatie in andere grote gemeenten van ons land en er past hier dan ook een woord van dank en lof voor het vele wat er in de na-oorlogse jaren op het gebied van de woningbouw door LIw college tot stand is gekomen. In deze woor den van dank willen wij dan tevens de dienst van Openbare Werken betrekken. Toch blijft het probleem van de woningnood ons aller aandacht vragen en dragen wij allen de grote verantwoordelijkheid, om met alle middelen, die ons ten dienste staan, te trachten, in de kortst mogelijke tijd het schrij nende woningtekort op te lossen. Immers al geeft deze nota een gunstig beeld voor wat de toekomst be treft, de realiteit is altijd nog zo, dat ruim 2000 woningzoekenden staan ingeschreven, waarvan velen in de klasse van medisch en zeer urgent. Dit wil zeggen, dat er veel gezinsgeluk verloren gaat vanwege de te kleine ruimte, waarin men moet wonen en dat vele aanstaande echtparen hun huwelijk steeds maar uit moeten stellen, omdat zij geen gepaste woon ruimte kunnen vinden. Het is zoals Uw college het in de nota stelt: de woningnood vormt nog altijd een niet te loochenen bron van onvrijheid, leed en ongemak voor velen en een gevaar voor de geestelijke en lichamelijke volksgezondheid. Men kan het probleem, waarvoor wij staan, omschrijven in de volgende vier punten: 1. een zo goed en eerlijk mogelijk verdelen van de beschikbare woon ruimte (het huisvestingsbeleid); 2. trachten zoveel mogelijk woningen te bouwen en daarbij er rekening mede te houden, dat de huurprijs van dien aard is, dat die door de minder draagkrachtigen is op te brengen; 3. men zal woningen moeten bouwen van een grootte, waarin de ge zonde uitgroei van een gezin mogelijk is en niet belemmerd wordt. Een belangrijk vraagstuk hierbij is ook de verhouding van hoog- en laagbouw; 4. men zal er naar moeten streven, dat, al zal de bouw van de nieuwe woningen sober moeten zijn, men geen afbreuk mag doen aan de minimum eisen, welke tegenwoordig voor een woning gelden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 511