514 16 NOVEMBER 1960 1956 zijn, maar in de nota stelt U zelf, dat van de 2063 ingeschreven te woningzoekenden er ruim 1700 aangewezen zijn op goedkope en zeer m goedkope woningen. Bezien wij nu de bouw van de laatste drie jaar: 3070 tc woningen, dan zijn hiervan slechts 1672, dit is ruim 52 gebouwd met di een huurprijs van 15,en lager. j.l De bouw van goedkope woningen is vooral ongunstig beïnvloed door d< het complex pronto-woningen, die in huurprijs veel hoger zijn dan aan- e< vankelijk bij de opzet van dit plan was berekend. Deze verhoging is in de m nota uitvoerig uiteengezet en wij kunnen deze gang van zaken alleen k< maar betreuren. di Vooral betreuren wij het, dat de in het uitzicht gestelde extra toewijzing w van bouwvolume van tenminste 25 door het ministerie van volkshuis vesting en bouwnijverheid niet gehonoreerd werd en dat voor wat betreft 3. het complex „Doornbos" een aanmerkelijke verlaging der rijksbijdrage is toegepast. z< Voor wat het te voeren beleid voor de toekomst t.a.v. de bouw van goedkope wonirigen betreft mogen wij vaststellen, dat deze nota iets posi- d tiever is dan die van 10 juni 1959; wij zeggen met nadruk iets positiever, T want ook nu nog is het te voeren beleid op bepaalde punten nogal erg tr vaag. De volgende punten zouden wij dan ook nader toegelicht willen v zien: w Voor het stichten van zeer goedkope woningen zal het noodzakelijk zijn 6 te trachten in aanmerking te komen voor toekenning van een extra jaar- h; lijkse bijdrage in het exploitatietekort. Deze bijdrage, die alleen kan wor- ei den toegekend voor woningwetwoningen zal gemiddeld 2,per week sc bedragen; is er een reële kans. dat wij deze extra bijdrage kunnen krijgen? v. De onderhandelingen met de heren Van Vliet om een deel van de wo ningen in het plan „Doornbos", nl. 144 eengezinswoningen voor eigen rekening als premiebouw te stichten, strandde echter op het bezwaar, dat C deze woningen niet gebouwd konden worden binnen de voorgeschreven o- huurgrenzen. Door medewerking van de industrieën is voor dit probleem een goede oplossing gevonden. Waaruit bestaat deze medewerking en al welke industrieën werken hieraan mee? Dit opent perspectief om tegen het te einde van dit jaar een aanvang te maken met de bouw van 250 goed- ju kopere eengezinswoningen; wordt met de bouw hiervan nog dit jaar be- gi gonnen en waar komen deze te staan? nj Aandacht zal worden besteed om een aflopende extra bijdrage uit 's-rijks st kas te verkrijgen teneinde voor de daarvoor in aanmerking komende be- ei woners de overgang van de oude naar de nieuwe hogere huur te verge- j^, makkelijken. Opent zich hier de mogelijkheid om die woningzoekenden, die langer dan 5 jaar staan ingeschreven en die geen hoge huur kunnen op- hi brengen langs deze weg te helpen? e( Voor een gunstige beïnvloeding van de bouwkosten en daardoor van de k] huurprijs is het nodig om te komen tot een juiste verkaveling van de vl bouwterreinen en een zo economisch mogelijke aanleg van de groenvoor- t ziening. Wat wil men hiermee bereiken, immers in de nota over de bouw 4, van goedkope woningen van 10 juni 1959 stelt U, dat: het tot een aan vaardbaar minimum terugbrengen van de kosten voor verwerving en bi bouwrijp maken van de grond geen effect oplevert; dit zou slechts een a; huurvermindering van 3 a 5 betekenen. De aannemingssommen worden mede bepaald door de grootte van de T woningen. In bepaalde gevallen zal niet te ontkomen zijn aan het bouwen b( van woningen met een geringere inhoud dan tot dusverre gebruikelijk is. O) Dit gaat toch niet ten koste van het aantal slaapkamers of de oppervlakte al van de woonkamer? Bij het opstellen van een gedifferentieerd woningbouwprogram moet men pi kunnen beschikken over verschillende gegevens. Onder F noemt U dan: oi het deel van het inkomen, dat de verschillende bevolkingsgroepen wensen et

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 514