16 NOVEMBER 1960
527
enige voorzichtigheid geboden. Wel wil spreker aan de heer Hulskramer
toezeggen dat hij aan deze zaak alle aandacht zal besteden. Hij hoopt in
de toekomst een nog beter geluid te kunnen laten horen. Het is niet de
bedoeling van burgemeester en wethouders om bij deze opschuivingen
enige dwang toe te passen. Alles dient in volledige vrijheid tot stand te
komen. Met betrekking tot de toewijzing van woningen aan woningbouw
verenigingen zijn enige concrete vragen gesteld, welke de wethouder van
openbare werken zal behandelen.
De vraag is of de gemeente een vinger in de pap houdt. Wordt een
gedeelte der woningen vrij gelaten voor leden der bouwverenigingen? Over
de te bouwen woningen kan spreker niets zeggen. Wat de bestaande
woningen betreft moeten burgemeester en wethouders uitdrukkelijk het
standpunt blijven innemen, dat zij hier zeggenschap blijven behouden. Het
is gevaarlijk om alleen te moeten terugvallen op het gemeentelijk woning-
bezit. Evenwel zal met de wensen van de woningbouwverenigingen reke
ning moeten worden gehouden. Het lijkt niet juist een deel van de wonin
gen der woningbouwverenigingen vrij te laten voor de leden, gegeven de
woningnoodsituatie die er ten enen male is. Dit zal evenwel nog een punt
van bespreking uitmaken.
De heer Hulskramer heeft gezegd dat de woningnood-situatie in Breda
gunstig is te noemen ten opzichte van andere gemeenten. Dit is tot op
zekere hoogte waar, althans wat het statistische tekort betreft. Dit is een
absoluut gegeven. Het statistische woningtekort zegt echter lang niet alles,
zelfs betrekkelijk weinig. Het is mogelijk, dat als het statistisch tekort is
opgeheven, er toch nog een belangrijke relatieve en geregistreerde woning
nood is. Men moet dus meer letten op de geregistreerde en relatieve wo
ningnood dan op het statistische tekort. Bij de bepaling der woningbouw-
contingenten wordt met het statistisch woningtekort wel rekening gehou
den. De heer Hulskramer heeft de aandacht gevraagd voor degenen die
reeds jaren zijn ingeschreven. Spreker meent dat ieder raadslid alsmede
ieder lid van het college van burgemeester en wethouders het hiermede
eens is. Bij iedere toewijzing passeert elk oud geval de revue. De moeilijk
heden bestaan altijd in de maatschappelijke aanpassing of in de huur
waarde. Men moet rekening houden met de vrijheid van besteding van het
inkomen. Meestal wordt hier de norm van 15 van het inkomen aange
houden. In alle gevallen blijkt, dat bij de toewijzing van een woning net
niet het juiste evenwicht kan worden gevonden. Spreker is van mening en
zegt dit uitdrukkelijk toe, dat zoveel mogelijk oude gevallen moeten wor
den opgelost. In het laatste jaar is het aantal oude gevallen reeds aanzien
lijk teruggelopen. Bij medische gevallen zijn er vaak ook bepaalde eisen,
die niet vervuld kunnen worden. De door de heer Hulskramer gevraagde
kwartaalsgewijze opgave is wel mogelijk, doch met de beperkte bezetting
van het bureau huisvesting praktisch niet te doen.
Aan de raad worden geregeld statistische gegevens verstrekt. Om ook
deze gegevens weer kwartaalsgewijze te verstrekken is praktisch niet te
doen. Bovendien is een kwartaal een te korte periode om een goede basis
te zijn voor juiste conclusies. Beter is over een jaar na te gaan hoe de
zaken staan.
Dat iemand bij het bureau huisvesting met een kluitje in het riet wordt
gestuurd mag niet voorkomen. Dat het wel eens zal gebeuren wil spreker
niet ontkennen. De ambtenaren aldaar behandelen de hele dag woning
noodzaken. De mensen die het bureau bezoeken thebben ook hun moeilijk
heden. Als men met menselijke gevoelens komt, verstaat men wel eens iets
verkeerd en neemt men eerder aan dat een bepaalde toezegging is gedaan,
welke men zelf wenst.
Uit persoonlijke ervaring weet spreker, dat de ambtenaren hun uiterste
best doen. Dat een geschikte woonsituatie grond kan zijn voor inschrijving
moet spreker beamen. De praktijk is er om dit te bewijzen.