16 NOVEMBER 1960 529 mogelijk, dat de raad hier burgemeester en wethouders ter verantwoording roept. Dat er bij de instelling van een commissie meer openheid in het beleid komt meent spreker te kunnen betwijfelen. De heer Minderhoud is ten onrechte er van uitgegaan, dat bij ruiling tussen de overschot- en de tekortgroep de woningnood opgeheven zou kunnen worden. Spreker voelt niet voor het forceren hiervan. Burgemees ter en wethouders wensen hieraan niet mede te werken. In tegenstelling met zijn fractiegenoot constateert de heer Minderhoud, dat de richtlijn op bladzijde 9 sub 3 niet altijd wordt toegepast. Het geval inzake de secretaris woning speelt niet in Breda. Het moet de heer Minderhoud toch bekend zijn, dat in Breda alle gevallen van het arrondissement Breda worden berecht. De heer Mendes heeft nog gesproken over de rechtszekerheid. Dit is een uitermate moeilijke zaak. Het is beslist onmogelijk hier in alle opzich ten volledige rechtszekerheid te verkrijgen. Zij heeft zoveel menselijke facetten, dat het niet mogelijk is overal regels voor op te stellen. Door het inschakelen van een huisvestingscommissie komt er niet meer zekerheid dan thans. Immers beroep op de burgerlijke rechter blijft in de meeste gevallen mogelijk. Mevr. De Bonte. mevr. Van Mierlo en de heren Hulskramer en Rattink hebben een lans gebroken voor het inschrijven van alleenstaanden. Spreker zou willen dat dit mogelijk was. Men moet echter niet te veel waarde hechten aan inschrijving. Als een alleenstaande woonruimte vindt, die voor hem passend is dan zal tegen het betrekken daarvan geen bezwaar worden gemaakt. Er mag echter voor hem geen actief huisvestingsbeleid worden verwacht. De heer Broeders heeft nog gezegd, dat het onbillijk is de naam van een woningzoekende door te halen als hij een hem passende woning niet accepteert. Hij heeft hierin wel enigszins gelijk. Zonder meer zullen burge meester en wethouders ook niet tot schrapping overgaan. Er zijn echter bepaalde bcroepsweigeraars. Spreker wil echter de heer Broeders toezeg gen, dat bij de doorhaling consciëntieus te werk zal worden gegaan. Het zal alleen in overleg met de wethouder gebeuren. Wethouder VERMEULEN wenst aan te sluiten bij wethouder Van Boxtel waar deze zijn dank betuigt voor de waarderende woorden, welke de raad over de nota heeft laten horen. Hij zal deze waardering doorgeven aan de ambtelijke instanties die aan de samenstelling der nota hebben medegewerkt. Eigenlijk zou spreker in verband met de voorgeschiedenis aan de andere zijde van de tafel moeten zitten bij het bespreken van deze nota, doch hij voelt zich aan de zijde, waar hij zich thans bevindt, ook goed thuis. De heer Kroon ziet niet zoveel werkelijke verandering in het beleid. Volgens hem zou er alleen sprake zijn van een lichte ombuiging. Spreker is het niet met hem eens. Het beleid van burgemeester en wet houders is thans gericht op het opheffen van de woningnood, door het bouwen van zoveel mogelijk woningen, waaraan het meeste behoefte bestaat. Met de conclusie, dat de woningnood belangrijk is afgenomen moet men voorzichtig zijn. Al is er geen statistisch woningtekort meer, dan nog kan er een grote geregistreerde woningnood zijn. In verband hiermede kan het nuttig zijn de factoren na te gaan, waardoor de gemeente in haar mogelijkheden tot woningbouw wordt begrensd. De nieuwe regering heeft een wezenlijke verandering in het woningbouwbeleid aangebracht. Zij heeft meer ruimte geschapen voor de particuliere woningbouw. Tussen deze bouw en de bouw in de woningwetsector moet volgens haar een meer normale verhouding komen. De regering heeft ook geprobeerd waar te maken wat zij heeft gezegd. Er moeten zoveel mogelijk goedkope woningen komen. Beoogd werd in 1960 de bouw van 75000 woningen en wel 37500 woningwetwoningen en 37500 premiewoningen.. Deze laatste worden ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 529