23 NOVEMBER 1960
549
De heer KROON zegt, dat hij de ongerustheid van de heer Van Houten
kan begrijpen. Zoals bekend zat er aan het besluit van de raad nog al wat
pijn. De wethouder heeft openhartig uit de doeken gedaan hoe de zaak in
elkaar zit. Jammer dat hetgeen de wethouder heeft gezegd niet in het
preadvies staat.
De heer VAN HOUTEN kan er niets onbehoorlijks in zien, als hij zijn
standpunt niet wijzigt. Zolang het raadsbesluit niet is goedgekeurd is het
niet rechtmatig. De rechtmatigheid ontstaat eerst na de ministeriële goed
keuring. Spreker blijft bij zijn mening. Hij vindt het beter het trafohuis te
slopen. De kosten hiervan bedragen 50.000,Vermoedelijk zijn de uit
te brengen claims hoger. Beter is het de schadevergoedingsverordening toe
te passen als de wijziging van het wederopbouwplan is goedgekeurd. Spre
ker heeft nog geen antwoord gekregen op zijn vraag de schadevergoedings
verordening ook van toepassing te verklaren op de omgeving van het
wederopbouwplan mr. dr. Frederiksstraat.
De heer QUADEKKER heeft hetgeen de wethouder heeft gezegd, goed
begrepen. In het voorstel van burgemeester en wethouders had dus even
goed kunnen staan „het is noodzakelijk om de ministeriële goedkeuring te
verkrijgen... enz." in plaats van „het is van belang".
De heer MELZER zegt, dat men zich in het algemeen bij een meerder
heidsbesluit moet neerleggen. Het besluit tot wijziging van het weder
opbouwplan is echter onrechtmatig. Het is beter de pijnlijke eksteroog uit
de voeten van de Bredase stedemaagd te verwijderen door het strafohuis
af te breken.
De heer DRION maakt bezwaar tegen de stelling van de heer Van
Houten, dat het besluit tot wijziging van het wederopbouwplan onrecht
matig zou zijn. Het is wel degelijk rechtmatig, doch het is nog niet rechts
geldig. Spreker acht het juist, dat de schadevergoedingsverordening van
toepassing wordt verklaard. Hierdoor wordt een tegemoetkoming in on
evenredige schade gewaarborgd.
Wethouder VERMEULEN antwoordt, dat dit voorstel van burge
meester en wethouders niet met het eerder besluit van de raad tot wijzi
ging van het wederopbouwplan te maken heeft.
Als de raad niet medewerkt tot vaststelling van het thans aanhangige
besluit, dan krijgen de belanghebbenden geen mogelijkheid tot het eventueel
claimen van schade. Het is dus in het belang van de belanghebbenden dat
de schadevergoedingsverordening van toepassing wordt verklaard. De
minister eist geen schadevergoedingsverordening doch acht het in de pro
cedure toch wel gewenst, dat een mogelijkheid wordt geschapen om schade
te claimen. Dit voorstel van burgemeester en wethouders houdt helemaal
geen verband met het trafohuis, dat iedereen foeilelijk vindt. Spreker hoopt,
dat de heer Van Houten niet bij zijn standpunt blijft.
De wijziging van het wederopbouwplan en het onderhavige voorstel zijn
twee gescheiden zaken. Hij acht het onbehoorlijk, als men tracht een ge
nomen raadsbesluit te frustreren. Gegeven de wijziging van het weder
opbouwplan hoort de van toepassing verklaring van de schadevergoedings
verordening een logisch gevolg te zijn.
Het is niet in de haak deze van toepassing verklaring tegen te werken.
Het is niet mogelijk de werking van de schadevergoedingsverordening ook
van toepassing te verklaren op de omgeving van het wederopbouwplan.
Hierna wordt het voorstel van burgemeester en wethouders aangenomen.
De heren Van Houten, Melzer en Van Werkhooven worden geacht te
hebben tegengestemd.