568 14 DECEMBER 1960 nodig zijn. De normale telefooninstallatie is in dit opzicht niet doelmatig. De hoogst nodige lijnen zijn dan juist bezet en men kan niemand op deze wijze bereiken. In dit opzicht zal het gemeentelijk apparaat meer onaf hankelijk moeten worden en in dit verband wordt met name aan toepas sing van mobilofooninstallaties gedacht. Momenteel beschikken weliswaar de brandweer en de politie over een dergelijke apparatuur, maar dit circuit is te beperkt. Uitbreiding daarvan moet dan ook beslist een belangrijke voorwaarde voor verbetering van de coördinatie worden genoemd. Het plan is opgevat tot het opstellen van een vademecum voor de hoofden van dienst, aan de hand waarvan ieder betrokken ambtenaar kan weten wat hem in voorkomende gevallen te doen staat. Een ander punt is het vormen van een „stootvoorraad" van goederen voor hulp verlening; er is nu bijvoorbeeld gebleken dat er een tekort aan zand zakken bestond, er was geen rubberboot, er waren onvoldoende lieslaarzen en ook de noodlichtvoorziening bleek onvoldoende. Spreker meent met deze algemene inleiding te kunnen volstaan. Hij geeft nu het woord aan de wethouder voor openbare werken. Wethouder VERMEULEN meent in de geest van het college van bur gemeester en wethouders te handelen als hij begint met in de raadsverga dering dank te betuigen aan alle gemeentelijke instanties, die bij de hulp verlening zijn betrokken geweest. Men moge primair geneigd zijn in geval len als het onderhavige naar schuldigen te zoeken maar het is daarom goed in het openbaar vast te stellen dat Breda er geen behoefte aan heeft iemand voor het gebeurde verantwoordelijk te stellen, ook niet de water schappen. In de pers is wel eens de indruk gevestigd dat er in dit opzicht van tegenstellingen sprake zou zijn; spreker wil uitdrukkelijk stellen dat ook deze ramp door anders handelen van de waterschappen niet had kunnen worden voorkomen. Men dient zich wel te realiseren dat de door het Heemraadschap van Mark en Dintel reeds uitgevoerde verbeteringen terzake van de afvoer van het water naar Dintelsas van zodanige beteke nis zijn dat gerust gesteld kan worden dat zonder deze werken de water overlast belangrijk groter zou zijn geweest. De ten zuiden van Breda gelegen rivieren zijn belangrijk verbreed en uitgediept. De gehele water staatkundige situatie is dan ook belangrijk verbeterd en het is wel goed dit in het openbaar te stellen. Daarmede is niet gezegd dat de gemeente met de huidige situatie gelukkig is. De concrete situatie is zodanig dat er voor bepaalde gebieden een voortdurende dreiging van wateroverlast geldt met als meest kritische punt de dijk van Plaswijck tussen de Hout- brug en de Dr. Batenburglaan en verder tot aan de brug aan de Willem van Oranjelaan. Daar is dan ook voor de hulpverlening de grootste man kracht nodig geweest. Deze situatie moet dan ook onverantwoord worden geacht; het afwachten van een nadere besluitvorming bij het waterschap zou zeker te lang duren en daarom wordt nu aan de raad voorgesteld een voorlopige voorziening te treffen door het maken van een zgn. „kist- dijk". De daaraan verbonden kosten zijn te stellen op 48.000,Het kritieke punt wordt daardoor zodanig versterkt dat niet langer risico wordt gelopen voor een belangrijk deel van de stad. Een tweede punt is de Bouvingelaan tot de Duivelsbrug. De gehele weg naar Galder heeft onder water gestaan door de overstromingen. Voor het maken van een kade van de Duivelsbrug langs de Duivelsbruglaan en de Bouvignelaan tot achter het kasteel zal een bedrag van 20.000,nodig zijn. Het maken van een kistdam of keermuur langs de van der Borchlaan wordt geraamd op 20.000,terwijl langs de westelijke oever van de rivier de Mark tussen de Duivelsbrug en de J. W. Frisolaan een kade zou moeten wor den gelegd, al dan niet gecombineerd met een kistdam of keermuur. De hieraan verbonden kosten worden geraamd op ƒ63.000, In de over- stortputten langs de Aa of Weerijs en langs de rivier de Mark zullen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 568