56
17 FEBRUARI 1960
De heer VERMEULEN wil in verband hiermede gaarne over de orde
in de vergadering spreken. „Onder het voorzitterschap van uw ambts
voorganger", zo zegt spreker, „was de systematiek dat ook in 2e
instantie de raadsleden konden spreken, die dit niet in le instantie hadden
gedaan. Het is hem vanavond duidelijk geworden dat de voorzitter een
andere methode gaat volgen. Door de voorzitter wordt thans gevraagd
wie in le instantie wil spreken en spreker ziet dat de namen worden
genoteerd.
De VOORZITTER zegt, dat het niet in zijn bedoeling ligt een bestaande
traditie te breken. Hij blijft het voor een vlotte discussie echter niet juist
vinden, dat andere raadsleden zich zo maar in de discussie met burge
meester en wethouders kunnen mengen.
De heer VERMEULEN zegt, dat deze methode nimmer is gevolgd.
Bovendien bestaat de goede gewoonte wijzigingen betreffende de orde
van vergaderen vooraf te bespreken met het seniorenconvent.
De VOORZITTER merkt op dat hij meent slechts artikel 17 van het
reglement van orde toe te passen. Dit artikel wordt door hem voorgelezen.
Spreker blijft van mening dat geen wijziging in de methodiek door hem
is toegepast.
De heer VERMEULEN is bang dat het bij deze methode dan nood
zakelijk wordt dat de raadsleden zich achtereen melden teneinde niet het
gevaar te lopen in 2e instantie uitgeschakeld te zijn.
De heer VAN DEN EEDEN is van mening dat de methode van het
vooraf opgeven van sprekers niet doelmatig is omdat het goed kan
gebeuren dat tijdens de discussie vragen of opmerkingen worden gesteld,
die men zelf wil maken, in welk geval dan aan een spreekbeurt geen
behoefte meer bestaat. Als de naam dan reeds genoteerd is krijgt men
ondanks dat toch het woord. Dit wordt bij de gebruikelijke methode
vermeden.
De VOORZITTER stelt, dat het geenszins zijn bedoeling is zonder
meer sprekers in 2e instantie uit te sluiten. Het is zijn bedoeling na het
antwoord van burgemeester en wethouders of sprekers in le instantie
respectievelijk van re- en dupliek, ook nog andere leden desgevraagd
het woord te verlenen. Deze worden dan echter geacht reeds in le instantie
gesproken te hebben. Hij geeft hierna het woord aan de heer Melzer over
het agendapunt.
De heer MELZER deelt mede dat regelmatig bij de rondvraag over
verkeerssituaties in de gemeente wordt gesproken. Hij geeft burgemeester
en wethouders in overweging de hele verkeerssituatie onder de loupe
te nemen.
Hierna wordt overeenkomstig het voor
stel besloten.
13. Onderzoek structureel-economisch onderzoek door E.T.I.
De heer VAN BIJNEN is verheugd over dit voorstel van burgemeester
en wethouders. Hij is van mening dat de gemeente dit rapport nodig zal
hebben. De gemeente zal goed gekleed bij de verschillende hone instanties
op dit gebied op audiëntie moeten gaan. Dit rapport van E.T.I. zal het
dure costuum zijn waarin de gemeente goed gekleed zal moeten verschijnen