14 DECEMBER 1960
575
Vervolgens worden aan de orde gesteld de agendapunten, welke beho
ren tot de portefeuille van de wethouder van onderwijs.
11. (Subsidie Oudervereniging voor het Zorgenkind.
De heer RATTINK stelt dat hier twee belangrijke punten in het geding
zijn, namelijk het al of niet geven van onderwijs aan imbeciele kleuters
en de vraag of gemeentelijke subsidiëring toelaatbaar is. Spreker stelt
voorop, dat hij waardering heeft voor dit initiatief. Gelukkig wordt momen
teel aan dit gebrekkige kind meer aandacht besteed. Nochtans heeft spreker
bezwaar tegen de subsidiëring en tegen de wijze waarop deze zaak is
voorbereid. Het schoolbestuur heeft namelijk wel aan het departement
om subsidie gevraagd voor de kosten van de kleuterleidster, maar er is
nagelaten een verhoging van het subsidie te vragen voor de assistente. Het
moet toch mogelijk zijn aan de minister van maatschappelijk werk hier
voor subsidie te vragen. Het schoolbestuur heeft verzuimd zich tevoren
te overtuigen van de financiële consequenties en klopt nu bij de gemeente
aan. De raad wordt daardoor voor een fait accompli gesteld en de ver
antwoordelijkheid wordt aldus verplaatst. Zou het gemeentelijk subsidie
niet doorgaan, dan kan dit onderwijs niet starten. Het schoolbestuur heeft
evenwel verzuimd voor een sluitende begroting te zorgen. Spreker heeft
dan ook bezwaar tegen dit subsidie en grondt dit op artikel 2 van de
kleuteronderwijswet dat niet toelaat middellijk of onmiddellijk te sub
sidiëren op andere gronden dan in de wet zijn genoemd. Het verzoek
zal dan ook moeten worden afgewezen. Aan deze subsidieverlening zou
ook geen enkele voorwaarde kunnen worden gesteld; er zou op deze wijze
dan ook naast de wet worden gehandeld
Artikel 2 van de kleuteronderwijswet is ook maar voor één uitleg
vatbaar. Dat het subsidie tijdelijk is, is in deze zaak maar van onder
geschikt belang. Als het departement niet meegaat is de gemeente voor
een onbepaald aantal jaren gebonden. Tenslotte wil spreker ook nog wij
zen op het precedent bij eventuele subsidieverlening.
Wethouder BASTIAANSEN deelt mede dat de afdeling voor onderwijs-
aangelegenheden zich met het voorstel akkoord heeft verklaard, behou
dens de heer Rattink, die bezwaren heeft gemaakt. Spreker geeft toe,
dat het inderdaad op grond van de wet niet mogelijk is salariskosten te
subsidiëren, middellijk noch onmiddellijk. Spreker wil toch wel voorop
stellen dat de vereniging Het Zorgenkind zich zeer bijzonder met de
belangen van debiele en imbeciele kinderen bezig houdt en wel op ieder
gebied. De vereniging heeft wel niet direct subsidie gevraagd, maar zij
zal dit onderwijs subsidiëren.
De heer Rattink heeft er op gewezen dat destijds verzuimd is ook sub
sidie te vragen voor de assistente van de kleuterleidster. Men kan na
tuurlijk achteraf zeggen: dat had men moeten doen. Het betreft hier een
goed werk dat op korte termijn moest worden aangepakt en nu is dit
onderdeel vergeten. Het is niet mogelijk dit nu nog te herstellen, hoewel
men uiteraard nog subsidie vraagt bij het ministerie.
Spreker ziet dit „middellijk" anders dan de heer Rattink. De betrokken
vereniging is er niet zo maar toevallig bijgesleept; zij streeft reeds lang
naar dit soort onderwijs en er is naar een budgettaire vorm gezocht om
te kunnen werken. Uiteraard is er een gentleman's agreement nodig om te
bereiken dat de vereniging het schoolbestuur de indienstneming van een
assistente mogelijk maakt. Spreker weet dat de heer Rattink deze vorm
geforceerd vindt en hij heeft daar wel begrip voor. Het gaat hier echter
om een belangrijke vorm van onderwijs. De kleuters worden nu opge
vangen, bezig gehouden en er wordt hen iets bijgebracht. Bij ander onder-