576 14 DECEMBER 1960 wijs is er wel hulp van de gemeente mogelijk en nu moet in deze dan ook van een lacune in de wet worden gesproken. Spreker acht het voor stel gerechtvaardigd ten opzichte van het beoogde doel. De heer RATTINK heeft de indruk dat de wethouder het voorstel in enigszins andere vorm heeft verdedigd dan in de afdeling voor onder- wijsaangelegenheden. In de afdeling ging het om de strijd met artikel 2 van de kleuteronderwijswet. Nu zijn er nog wel andere elementen in het geding gebracht. Spreker handhaaft zijn bezwaren; er moet onderscheid worden gemaakt tussen wezen en schijn. Het subsidie wordt gegeven aan de vereniging om het door te betalen aan het schoolbestuur. Spreker heeft reeds gewezen op de mogelijkheid om bij het ministerie van maatschappelijk werk subsidie te vragen. Er wordt nu afgeweken van een duidelijke bepaling in de wet en dit wordt ook door de wethouder toegegeven. Het gaat hierbij niet alleen om de kleuteronderwijswet, maar ook in het algemeen genomen mag de overheid dit niet doen. De wethouder geeft zelf toe dat het niet helemaal gaat zoals het zou moeten. Spreker acht het dan ook niet juist deze weg in te slaan en hij moet zich dan ook tegen het voorstel uit spreken. Wethouder BASTIAANSEN geeft toe dat nog enige argumenten zijn toegevoegd aan die, welke in de afdeling voor onderwijsaangelegenheden zijn aangevoerd. Hoe het ook zij, het is de bedoeling dat het subsidie wordt gebruikt voor de salariëring van de assistente Het is hier een tijdelijke en geen blijvende kwestie. Er is geen bezwaar tegen dat van particuliere zijde bepaalde kosten voor het kleuteronderwijs worden ge maakt. Juridisch kan in dit verband niet van een middellijk subsidie worden gesproken. Het betreft hier een particuliere vereniging die zich bezig houdt met de bevordering van het onderwijs. Als gesproken wordt van een precedent wil spreker stellen dat men niet altijd voor ieder pre cedent op zij moet gaan. Het behoort tenslotte ook nog tot de taak van de raad om vast te stellen of een precedent gevolgd moet worden. De om standigheden zullen daarbij de doorslag moeten geven. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. De heer Rat- tink wenst aantekening te hebben tegengestemd. 12. Benoeming leden plaatselijke commissie tot wering van schoolverzuim. Uitgebracht worden: op de heer M. A. C. Kievits 32 stemmen, op de heer W. J. H. Claes 1 stem; op de heer A. M. H. Hul 32 stemmen; op de heer W. H. Speek 31 stemmen; op de heer N. Jongenelen 1 stem; op de heer P. Greve 33 stemmen; op de heer H. F. M. Learbuch 31 stem men; op de heer L. J. M Wolters 1 stem; op de heer C. Klinkhamer 32 stemmen; op de heer D. Zeilstra 32 stemmen, terwijl 2 stembriefjes van onwaarde worden verklaard. Ingevolge deze stemming zijn benoemd de heren M. A. C. Kievits, A. M. H. Hul, W. H. Speek, P. Greve, H. F. ,M. Learbuch, C. Klinkhamer en D. Zeilstra. 13. Voorschot vergoeding artikel 126 Kleuteronderwijswet. 14. Tijdelijke huisvesting kleuterschool „Blauwe Kei". 15. Toepassing artikel 72 Lager Onderwijswet 1920. 16. Stichting G.L.O. school Doornbos.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 576