14 DECEMBER 1960 579 Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. 48a. Benoeming van twee onderwijzeressen aan de Openbare Lagere School Beverweg. Overeenkomstig het voorstel worden in vaste dienst benoemd mej. L. C. M. Meijer en mevr. T. Mol-Schuijer. 48b. Herbenoeming van een onderwijzeres aan de Openbare Lagere School Beverweg. Overeenkomstig het voorstel wordt mevr. M. Blijdorp-Over- beeke in tijdelijke dienst herbenoemd. 49. Eervol ontslag leraren Technische Avondschool. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 50. Benoeming van een leraar aan de Technische Avondschool. Overeenkomstig het voorstel wordt de heer J. H. van der Voort in tijdelijke dienst benoemd. 51. Ontslag J. Mazer als leraar aan het Gemeentelijk Gymnasium. De heer VAN HOUTEN zegt dat over het ontslag van de heer Mazer al veel te doen is geweest. Spreker heeft hierover erg veel stukken gezien, maar het gaat hem over de vorm van het ontslag. Hij wil een lans breken voor een eervol ontslag. De betrokkene heeft weliswaar niet juist gehan deld, maar er zijn meer schuldigen aan te wijzen en wel met name degenen, die de stukken hadden moeten onderzoeken. Wethouder BASTIAANSEN wijst er op dat het niet om de sollicitatie stukken gaat. Ten aanzien van de tijdelijke betrekking kan onbevoegd heid niet worden tegengeworpen. De vaste betrekking schiep een nieuwe situatie. De heer VAN HOUTEN stelt dat het bij de benoeming ging om een bevoegdheid die de betrokkene niet bezat. Er is geen onderzoek ingesteld en dit feit valt niet te loochenen. Deze man heeft goed les gegeven; dit is niet alleen de mening van de leerlingen, maar ook van de ouders, van de rector en van de directeur van de H.B.S. in Dordrecht. Er zijn aller lei redenen om betrokkenen toch eervol ontslag te verlenen. Spreker vraagt zich trouwens af of de heer Mazer bij een beroep op de ambtenarenrechter niet in het gelijk zal worden gesteld. Het is wel degelijk de moeite waard deze man eervol ontslag te verlenen met het oog op zijn verdere carrière. De heer VAN BIJNEN had aanvankelijk de bedoeling niet over deze zaak te spreken. Nu er werd voorgesteld eervol ontslag te verlenen wijst hij er op dat deze man oneerlijk is geweest. Hij is daarom tegen het voor stel van de heer van Houten. De heer MINDERHOUD heeft dezelfde mening als de heer van Bijnen. Er is bedrog gepleegd en daarom moet betrokkene niet eervol worden ontslagen. De heer RATTINK deelt mede dat de afdeling voor onderwijsaange- legenheden in deze een unaniem standpunt heeft ingenomen, inhoudende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 579