580
14 DECEMBER 1960
dat men met het voorstel van burgemeester en wethouders akkoord gaat.
Wethouder BASTIAANSEN wil zo min mogelijk in details treden. Zo
wel burgemeester als wethouders als de afdeling voor onderwijsaange-
legenheden zien in de wijze van doen van deze leraar niets anders dan
grof plichtsverzuim. Daarom is deze man geschorst en moet hij een ont
slag krijgen dan niet eervol kan zijn. Het voorwenden van het bezit van
een bepaalde akte kan niet worden getolereerd. Als nu een eervol ontslag
wordt verleend zou de betekenis daarvan problematisch worden. Men
moet overigens bedenken dat dit ontslag altijd te berde kan worden
gebracht.
Betrokkene kan nu tijdelijk een functie elders krijgen. Dit is geen defi
nitieve benoeming en dat kan ook niet omdat hij de bevoegdheid mist.
Dit ligt dus niet aan de titel van het ontslag.
De heer VAN HOUTEN wilde uiteraard dit ontslag niet tegenhouden
Hij had dit evenwel zo mogelijk eervol willen doen verlenen. De raad
heeft een ander oordeel en daarbij zal spreker zich neerleggen.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
53. Inrichting van een klas voor debiele en imbeciele kleuters.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
Ingekomen stukken.
1. De onder punt 1 a t/m c genoemde stukken worden in handen van
burgemeester en wethouders gesteld voor het uitbrengen van preadvies.
2. De onder punt 2 a t/m j genoemde stukken worden voor kennis
geving aangenomen.
3. Bejaardennota.
De heer VAN BIJNEN zegt het volgende:
Mijnheer de voorzitter,
De bejaardennota is uitvoerig in onze fractie besproken. Het lijkt ons
nuttiger de discussie te bekorten door een bespreking van de in onze
fractie levende meningen door de fractievoorzitter, dan dat ieder lid zijn
mening op bepaalde onderdelen te berde gaat brengen.
Algemeen heeft men bewondering voor de wijze waarop de noodzake
lijke inventarisatie van de met de bejaarden samenhangende problemen
in deze nota gestalte heeft gekregen. Gaarne druk ik namens mijn fractie
woorden van dank en respect uit jegens uw college.
Toch geeft de nota nog reden tot het maken van enkele opmerkingen
en zelfs is de gedachte uitgesproken, dat met opzet enkele facetten onvol
doende zijn uitgediept om een gesprek in de raad mogelijk te maken.
Zoals herhaalde malen uit mijn algemene beschouwingen is gebleken
vervult het bejaardenvraagstuk onze fractie met zorg. Na lezing van deze
nota is duidelijk, dat vooral de alleenstaande bejaarde mannen en vrou
wen het moeilijkst te helpen zijn en de meest uiteenlopende soorten zorg
behoeven.
Bejaarden die alleen wonen kunnen in omstandigheden komen te ver
keren, dat regelmatige controle door wijkverpleegsters, gezinsverzorgsters
of en liefst door bejaardenverzorgsters nodig is.