14 DECEMBER 1960 589 in te grijpen, bijvoorbeeld de gemeentelijke bouwverordening. Spreker heeft in ieder geval in deze nog geen alarmerende berichten vernomen. Met betrekking tot de bejaardenwoningen denkt spreker nog aan de moge lijkheid om bijvoorbeeld in de parterres van flats woningen voor bejaar den te vestigen. Spreker kan de heer Hulskramer niet mededelen waar de 100 bejaarden woningen zullen komen. De bejaardennota wordt voor kennisgeving aangenomen. 4. Wijziging verordening Baatbelasting. 5. Wijziging schoolgeldverordening Kleuteronderwijs. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 6. Verzoek schadevergoeding Ja. v. d. Kieboom. De heer BIEMANS meent dat er in het onderhavige geval toch wel aanleiding is de schadevergoedingsregeling toe te passen. Spreker heeft de indruk dat het verzoekschrift reëler is dan het advies van burgemeester en wethouders. Betrokkene is niet aan zijn trek gekomen. Burgemeester en wethouders stellen dat aan de betrokken zijde van de Leursebaan niet gebouwd mag worden omdat er geen riolering aanwezig is. Spreker meent dat er van moet worden uitgegaan hoe de voorschriften waren voor het bouwverbod van kracht was. Er wordt gesteld dat de nodige voorzie ningen ontbreken, maar ook elders in de stad worden wel bouwvergun ningen verstrekt in soortgelijke gevallen. Bij aankoop van deze grond zou deze meer op kunnen brengen wanneer deze als bouwgrond wordt aangemerkt. Op de wijze die nu is gevolgd kan de gemeente vrij goed koop aan grond komen. Spreker meent dat betrokkene onevenredig schade lijdt en hij kan zich dan ook niet akkoord verklaren met het standpunt van burgemeester en wethouders. De VOORZITTER meent te weten dat burgemeester en wethouders met recht mogen vasthouden aan de agrarische bestemming van deze grond. Spreker geeft toe dat dit mogelijk in de toekomst het geval zou kunnen zijn als de nodige voorzieningen zijn getroffen. In het uitbreidingsplan is onder meer voor dit gebied een kinderspeeltuin gepland. Als de gemeente tot onteigening overgaat kan betrokkene bij de rechter zijn schade in dienen. Maar op dit moment is het onmogelijk te zeggen dat de belangen van adressant onevenredig zijn geschaad. Het kan zijn dat betrokkene ver wacht heeft dat dit deel van de Leursebaan van riolering zou worden voorzien en dit is een van de wezenlijke kenmerken van bouwterreinen. Nu dit niet het geval is rest voor betrokkene alleen af te wachten of de gemeente tot onteigening zal overgaan of niet, in welk geval de rechter over de omvang van de schade uitspraak zal doen. De heer BIEMANS stelt dat de stedebouwkundige maatregelen reeds in een veel vroeger stadium zijn genomen. Het blijkt nu echter dat de bouwverordening bezwaren oplevert om aldaar te bouwen. Wethouder VERMEULEN stelt dat de vraag aan de orde is: wordt hier onevenredig schade geleden. Een stedebouwkundige maatregel degra deert deze grond niet. Er is geen onevenredige schade en de man krijgt voor de grond wellicht meer dan hij er voor betaald heeft. Dit is nu een klassiek voorbeeld van een geval, waarin niet betaald moet worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 589