17 FEBRUARI 1960 59 verzamelen om vragen te formuleren en daarna zou het E.T.I. kunnen worden ingeschakeld als deskundige instantie. Tenslotte herhaalt spreker de vraag, waarop hij geen antwoord heeft gekregen, of de raad ook op de hoogte zal worden gebracht van het resultaat. Wethouder MEIJS antwoordt dat de sociografische dienst van de gemeente inderdaad het vooronderzoek zou kunnen doen, indien daartoe de nodige tijd zou zijn. Hij wijst erop dat dit vooronderzoek omvangrijk werk is dat de sociograaf onmogelijk klaar kan krijgen. In verband met de opmerking van de heer Vis over de lijst van scholen wil spreker mededelen, dat de afdeling onderwijs van de secretarie de gegevens doorgeeft aan de sociograaf, terwijl ook het omgekeerde het geval is. Hij gelooft dat aan het vooronderzoek, dat burgemeester en wet houders bijzonder nuttig achten, de nodige aandacht moet worden besteed, want hieruit moet blijken of verdere opdrachten moeten worden verstrekt. Bovendien is het een feit dat E.T.I.-onderzoeken hoog worden aan geslagen en dat dit bureau door vestigende industrieën wordt geraadpleegd. Indien het E.T.I. onze gegevens heeft, dan is het vanzelfsprekend, dat dit het beste effect zal hebben voor industrievestiging in de gemeente Breda. De heer MOL is niet zo bevredigd door het antwoord van burgemeester en wethouders. Ten aanzien van de stappen, die burgemeester en wet houders thans willen ondernemen, meent hij dat de moeilijkheden i.v.m. industrievestiging in Breda zitten in het praktische vlak. De prijs van de industriegronden zijn te hoog en daardoor kan aan de concurrentie niet het hoofd worden geboden. Dit is volgens spreker de enige oorzaak. Breda is zeer gunstig gelegen aan de spoorwegen, aan waterwegen en ligt zeer centraal. In West-Brabant is geen enkele andere gemeente die dit de industrie kan aanbieden. De VOORZITTER zegt dat het de bedoeling is met het E.T.I. in connectie te komen en dit wordt gedaan door aan dit instituut een opdracht te verstrekken. De kosten hiervoor worden geraamd op 12.000, zijnde de kosten van een E.T.I.-kracht gedurende een half jaar. Daarnaast kan men beschikken over de werkzaamheden door de sociografische dienst van de gemeente. Of de raad over het resultaat van het onderzoek zal worden ingelicht hangt af van de aard der cijfers. Er kunnen cijfers zijn waarmede men prematuur niet in de openbaarheid komt. De heer VERMEULEN wijst erop dat de raad een beleidsorgaan is. Spreker kan zich niet voorstellen dat de raad van het rapport geen kennis zou mogen nemen. Hierna wordt overeenkomstig het voor stel besloten. 14. Huisvesting braille-object en aanschaffing inventaris. Overeenkomstig de voorstellen wordt be sloten. 15. Benoeming lid bestuur B.I.M.Z. Uit de gehouden stemming blijkt dat zijn uitgebracht 36 geldige stemmen, waarvan 33 op de heer J. Mol en 3 op de heer C. J. J. Vermeulen, zodat de heer J. Mol is benoemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 59