602 29 DECEMBER 1960 opmerking van de heer Quadekker is juist. De datum van het raads besluit zal worden gewijzigd. De huren zijn voorlopig geschat aan de hand van normen, die bekend zijn van de Pronto-woningen in het Brabantpark. De huren daar bedragen 14 8014,90 per week. Het huurverschil tussen het Brabantpark en' Doornbos bedraagt dus 2,per week. Spreker is van mening, dat bij een komende huurverhoging, die ongetwijfeld nog zal komen, de huren in het Brabantpark en Doorn bos op gelijk niveau zullen liggen. De heer VAN GISBERGEN vraagt, of er een calculatie is van de huren. Aan de hand van de door hem gemaakte berekeningen komt spreker aan een hogere huur. Wethouder VERMEULEN deelt de heer Van Gisbergen mede, dat er geen calculatie van de huren is. Spreker is bereid met hem over de huurprijzen te praten. Ten aanzien van de opmerking van de heer Mol kan spreker mededelen, dat burgemeester en wethouders rekening hebben ge houden met de overwinst die tot dusver bekend is. Hiervan uit gaande zijn burgemeester en wethouders tot deze huurprijs geko men. Indien deze overwinst over het gehele contract groter is, dan zal de huurprijs dalen. De VOORZITTER acht het begrijpelijk, dat de raad de winstpun ten in deze affaire moeilijk kan ontdekken. Hij wijst er op, dat deze materie bijna wekelijks in de b. en w.-vergaderingen onderwerp van bespreking uitmaakt, waarbij immer uitgangspunt vormt onder deze omstandigheden de meest goedkope goede woningen te verkrijgen. Spreker noemt het een respectabel resultaat, dat door de bijdrage van de industrie en de rijksbijdrage-regeling 144 woningen kunnen worden verkregen, waarvan de huurprijs 70,per maand bedraagt. Ook deze woningen dragen bij het tekort aan woningen te dekken. Hierdoor is toch ook overgegaan kunnen worden tot de bouw van de 76 zg. „Philips"-woningen, die een huur zullen doen van 12,70 per week. Anderzijds mag niet vergeten worden, dat de gewijzigde rijksregeling ongunstig op de huurprijzen werkt. De heer ZIJTREGTOP vraagt, waarom het niet mogelijk is voor deze 144 woningen ook de zg. .Philips "-woningen te bouwen, des noods zonder de 2,rijksbijdrage per week. Wethouder VERMEULEN merkt op, dat de gemeente gebonden is door het Pronto-contract. Bovendien herinnert spreker 'ër aan, dat de raad destijds verzocht heeft de 1250 woningen van dit con tract niet in één jaar te bouwen, doch uit te smeren over 2 jaren. Dit is geschied. Door de gewijzigde subsidieregeling zou het zonder een bijdrage van de industrie niet mogelijk geweest zijn de 144 wo ningen uit het contract als premie-woningen te bouwen. Men kan inderdaad nog twisten over de vraag of Van Vliet en Van Duist nog recht hebben op de bouw van deze 144 woningen uit het contract. Spreker moet evenwel mededelen, dat aan Van Vliet en Van Duist toch wel toezeggingen zijn gedaan. Dat het met de overwinst veilig zit, is burgemeester en wethou ders bekend. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 602