62 17 FEBRUARI 1960 gegeven, omdat daaruit kan worden afgeleid dat de animo zeer klein is. Daartegenover staat dat bij de om advies gevraagde organisaties slechts één werknemersorganisatie is, die tegen de wijziging van het leerplan is. Inderdaad is in de meubelbranche het overgrote deel fabriekswerk, doch spreker merkt op, dat voor reparaties toch ook vakkennis nodig is. Daarom zou hij alsnog van burgemeester en wethouders gaarne vernemen hoeveel uren meubelmaken er in de nieuwe cursus woning- en meubelstoffering zullen worden gegeven. De heer VERMEULEN heeft uit de stukken begrepen dat de behoefte aan meubelmakers minder wordt en dat daardoor het leerplan aan de g.t.s. aan de behoefte wordt aangepast. Toch heeft het hem verwonderd dat de oplossing van dit probleem wordt gezocht in de richting zoals thans aan de raad wordt voorgesteld. Het meubelmakersvak is een zeer hoog gekwalificeerd vak en het be oefenen van dit vak geeft groter voldoening dan lager gekwalificeerd werk, dat weliswaar op de praktijk is afgestemd. Spreker vindt het niet juist dat de opleiding van deze zeer hoog gekwalificeerde arbeid aan de g.t.s. wordt stopgezet en hiervoor slechts enige uren meubelmaken in een nieuwe cursus wordt gegeven. Hij heeft zich afgevraagd of de leerlingen van de g.t.s. hiermede een goede dienst wordt bewezen. In verband met de uitgebrachte adviezen meent spreker burgemeester en wethouders tot voorzichtigheid te moeten manen. De mogelijkheid vak man te kunnen worden in deze branche moet niet worden uitgesloten. Hij zou gaarne van burgemeester en wethouders vernemen hoe hun standpunt in deze is. De plaatselijke afdeling van de vakorganisatie heeft geadviseerd de cursus meubelmaken op te heffen, doch spreker noemt dit geen argument doch een conclusie. Spreker waarschuwt ervoor een vak aan de g.t.s. af te schaffen en daar voor een nieuwe cursus in het leerplan op te nemen, waarvan nog niet bekend is of deze cursus zal voldoen. Wethouder BASTIAANSEN deelt mede dat aan de g.t.s. thans een volledige cursus bestaande uit algemeen vormend onderwijs en meubel maken wordt gegeven. Hoeveel uren er aan zuiver meubelmaken worden besteed weet spreker niet. Van de nieuwe cursus weet hij het ook niet. Er is nog overleg gaande met de inspectie van het nijverheidsonderwijs en met de minister. Spreker is van oordeel dat het vak stofferen niet van mindere kwaliteit is dan het vak meubelmaken. In de praktijk is gebleken dat het aantal leerlingen voor de huidige cursus steeds minder wordt, waardoor de moge lijkheid niet is uitgesloten dat het minimum niet wordt gehaald, waardoor het rijkssubsidie niet meer wordt verkregen. Bovendien is het de directie van de g.t.s. bij onderzoek gebleken dat gediplomeerde leerlingen van de cursus meubelmaken geen emplooi kunnen vinden. Hierdoor bestaat de grote vrees dat in de toekomst meubelmakers niet meer op de arbeidsmarkt terecht kunnen. Tenslotte wijst spreker erop dat er geen meubelmaker met een meubel bedrijf bestaat, die zelf nog meubelen maakt. Dit is voor burgemeester en wethouders aanleiding geweest, tegen de ingewonnen adviezen in, bij de raad te komen met het voorliggende voorstel. Spreker zou het zeer ver wonderd hebben, als de organisaties van oordeel zouden zijn dat het vak van meubelmaken in belangrijkheid achteruit gegaan is. Hij is van mening dat er moet worden gekeken naar de mogelijkheden die bepaalde jongens na het verlaten van de g.t.s. kunnen bereiken. En inderdaad is er meer vraag naar stoffeerders dan naar meubelmakers. De VOORZITTER wenst aan de uiteenzetting van wethouder Bastiaan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 62