17 FEBRUARI 1960 71 en hij is er van overtuigd dat de 13 uit te nodigen aannemers elkaar direct zullen vinden. Wethouder JONGBLOED merkt op dat bij een openbare aanbesteding verwacht kan worden een aantal van 40 a 50 inschrijvers. Hier zitten verschillende inschrijvers die geld verdienen met het enkele feit van in te schrijven. Bovendien geeft het weer moeilijkheden als de gunning niet geschiedt aan de laagste inschrijver. Deze aannemer heeft weer de organisatie achter zich, die protest indient. Het gevolg kan weer zijn dat er een arbitrale uitspraak moet komen met de mogelijkheid dat toch gegund moet worden aan de laagste inschrijver, ofschoon burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat deze niet capabel is deze bouw uit te voeren. Spreker benadrukt dat bij burgemeester en wethouders geen andere bedoeling heeft voorgezeten dan het belang van de gemeente te dienen en zeker niet de bedoeling voorligt een aannemer aan werk te helpen. Burgemeester en wethouders zijn tot dit voorstel gekomen, zo deelt spreker mede, omdat zij van oordeel zijn dat dit project zich niet voor openbare aanbesteding leent, en zij de voorkeur geven aan een ruime onderhandse aanbesteding. Hij vraagt de raad toch vooral niet over het lijstje met namen in de vergadering te discussiëren omdat daardoor morgen de telefoon bij open bare werken en op de secretarie rood gloeiend zal staan. De VOORZITTER is bereid de lijst met namen ter visie te leggen voor de raadsleden mits de raad besluit tot het opleggen van geheim houding van deze namen. De heer VAN GISBERGEN is van mening dat het beter is dat de raadsleden de namen niet kennen. De heer MELZER zegt dat er een voorstel aan de raad is, waarbij de lijst van aannemers is gevoegd, en dat de afdeling voor openbare werken met dit voorstel akkoord is gegaan. De VOORZITTER zal het voorstel van burgemeester en wethouders in stemming brengen zonder dat de raad inzage krijgt van de lijst ver meldende de namen der uit te nodigen aannemers. De heer VAN HOUTEN informeert of burgemeester en wethouders dan het voorstel terugnemen. Wethouder JONGBLOED zegt dat dit niet de bedoeling is. De heer VAN GISBERGEN merkt op dat eigenlijk tegen de bedoeling van burgemeester en wethouders in de lijst ter visie heeft gelegen. De heer MELZER stelt voor de lijst voor de raadsleden ter inzage te leggen. Daarna kan alsnog een besluit worden genomen. De heer KROON is van mening, dat het onrechtvaardig is tegenover verschillende raadsleden dat zij de lijst niet gezien hebben, terwijl er verschillende leden zijn, die er wel kennis van hebben kunnen nemen. Spreker heeft er geen bezwaar tegen de lijst ter inzage te leggen mits aan de raadsleden geheimhouding wordt opgelegd. De VOORZITTER deelt mede, dat de lijst ter inzage zal worden gelegd mits de raad tot oplegging van geheimhouding besluit. Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 71