72 17 FEBRUARI 1960 De VOORZITTER stelt het voorstel van burgemeester en wethouders tot onderhandse aanbesteding van de bouw van het nieuwe politiebureau opnieuw aan de orde. De raadsleden hebben gelegenheid gehad het lijstje met de namen van de uit te nodigen aannemers in te zien. Zonder nadere beraadslaging wordt thans overeenkomstig het voorstel besloten. De VOORZITTER geeft thans wethouder Meijs de gelegenheid mon deling nog een punt spoedheidshalve aan de agenda toe te voegen. Wethouder MEIJS zegt dat hij aan de raad nog een voorstel wil doen inzake het garanderen van een hypothecaire geldlening. De betreffende aanvrage is gedaan via een bemiddelend orgaan. Dit orgaan heeft een advies uitgebracht. Tijdens de pauze heeft spreker de aanvrage met de leden van de afdeling voor de hypotheekbank besproken. Het advies van het bemiddelend orgaan is niet positief en niet negatief. Toch blijkt uit dit advies de vrees om tot het verlenen van een garantie over te gaan. Indien in aanmerking genomen wordt dat het bemiddelend orgaan gemakkelijk in positieve zin adviseert, hebben burgemeester en wethouders besloten U voor te stellen de garantie aan de aanvrager niet te verlenen. De afdeling voor de hypotheekbank gaat met dit voorstel akkoord. Er is haast met dit voorstel omdat de bouwondernemer vandaag de beslissing van de gemeente wil weten. De heer VAN DEN EEDEN zegt dat de Raad geen kennis heeft kunnen nemen van het verzoek van aanvrager. Hij wantrouwt de afdeling voor de hypotheekbank niet, doch bij een negatieve beslissing op het verzoek is het noodzakelijk zo meent spreker, dat de raad goed is geïnformeerd. Hij verzoekt de beslissing uit te stellen tot de volgende raadsvergadering. Wethouder MEIJS deelt mede, dat uitstellen van de beslissing bezwaar lijk is, omdat er alle kans bestaat dat de bouwonderneming niet wacht op de beslissing en de aanvrager thans naar alle waarschijnlijkheid middels een huurhuis geholpen kan worden. Spreker is van mening dat de teleurstelling voor de aanvrager thans beter kan komen dan later. De aanvrage kwam pas hedenmorgen ter tafel. Hij is de mening toegedaan dat afwijzing van het verzoek in het belang van betrokkene is. Hierna wordt overeenkomstig het monde linge voorstel van wethouder Meijs be sloten de gevraagde gemeentelijke garan tie op een hypothecaire geldlening af te wijzen. De heer Van den Eeden wenst hierbij aantekening dat hij tegen het voor stel heeft gestemd. De VOORZITTER geeft hierna de heer Rattink de gelegenheid te spreken naar aanleiding van het ingekomen stuk, geagendeerd onder no. 3n van de agenda, luidende: „afschrift van het besluit van burge meester en wethouders tot het verlenen van een voorschot van 3% als uitkering ineens over het le kwartaal 1960." De heer RATTINK zegt dat het besluit van burgemeester en wet houders om aan de ambtenaren en werklieden van de gemeente een voorschot uit te keren van 3% inmiddels is achterhaald door het besluit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 72