86 16 MAART 1960 Antwoord: De eigenaar van de bedoelde tuingrond heeft de heg inmiddels laten knippen, zodat geen verdere maatregelen nodig zijn. Vraag: In de vergadering van 17 februari 1960 is gevraagd naar een verklaring van de blijkens het accountantsrapport per ultimo juni 1959 geconstateerde huurachterstand bij de „bijzondere gebouwen" van het woningbedrijf. Antwoord: De huurachterstand bij de bijzondere gebouwen bedroeg, zoals in het rapport vermeld, op 30 juni 1959 ƒ23.800,—. Dit bedrag kan als volgt worden gespecificeerd: u.t.s. Crogtdijk 21.000, pand Dreef 8 1.500,— barak Talmastraat 1,300, 23.800,— De huurachterstand van de u.t.s. is van administratieve aard; het betreft hier nl. een verrekening welke nog diende plaats te hebben tussen de algemene dienst en het woningbedrijf. De u.t.s., die steeds aan haar ver plichtingen voldoet, staat hier dus buiten. De panden Dreef 8 en Talmastraat zijn gehuurd door instellingen, welke door de gemeente worden gesubsidieerd. Het is gebruikelijk de huur bij de uitkering van het subsidie te verrekenen. Aangezien het subsidie nog niet was uitgekeerd, komen beide posten onder de achterstand voor. Ook in deze gevallen is er derhalve sprake van administratieve achter stand. Vraag: De heer VAN DE NOORT vraagt of burgemeester en wethouders erop willen toezien, dat in de omgeving van de winkelcentra geen winkels in particuliere woningen worden gevestigd en zeker niet in gemeentewoningen. Zo is er thans in de Otterring een winkel geopend in een gemeentewoning, hetgeen ten opzichte van de winkeliers met een echte winkel, die vaak met zware lasten zitten, niet juist is. Antwoord: In verband met de bijzondere omstandigheden, waarin de huurster van het pand Otterring 5 verkeert, hebben wij stilzwijgend toegestaan, dat zij in dit pand een winkeltje exploiteert. Ten tijde van het openen van deze winkel, was de verordening regelende het gebruik van gebouwen nog niet tot stand gekomen. Inmiddels wordt uitgezien naar een andere woning voor de huurster. Vraag: De heer BROEDERS heeft bij de begrotingsbehandeling opgemerkt, dat in het antwoord van burgemeester en wethouders op het centraal rapport niet is vermeld, dat in de toekomst wellicht verhardingsmateriaal voor verbetering van het bij particuliere eigenaren in onderhoud zijnde gedeelte van de Huifakkerstraat, beschikbaar komt. Door wethouder Jongbloed is daarop toegezegd, de mogelijkheid van verharding van deze straat alsook van andere particuliere wegen nader te bezien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 86