16 MAART 1960 95 en wethouders in deze erg zwak is geweest. De moeilijkheden zijn gekomen toen burgemeester en wethouders een bouwvergunning verleenden aan Vermijs. Met de heer Van Bijnen was spreker in de vergadering van het senioren convent en de afdeling voor openbare werken van mening, dat men door de omstandigheden gedwongen is in de oplossing te berusten. Men kan nu eenmaal niet volstaan met slopen van het trafo-huis. De vraag is hoe komen we tot de beste oplossing voor het algemeen belang en voor de bewoners van deze straat. Het is gemakkelijk een aantrekkelijke maquette te maken, maar dan rijst terstond de vraag, wat van deze maquette gerealiseerd kan worden. Spreker wenst hierbij terug te grijpen op de twee grondtransacties nl. die met Vermijs en die met Boomsma. Is de eigendom van deze grond werkelijk bij deze kopers of is de grond voorlopig in het bezit van de gemeente? Spreker meent de rechtsgeldigheid van beide transacties te mogen betwijfelen; op de realisering van de bebouwing in de omgeving van de Mr. Dr. Frederiksstraat kan de over heid thans geen invloed uitoefenen. Dit komt omdat van de in de wet neergelegde bevoegdheden geen of niet voldoende gebruik is gemaakt. Overigens blijft spreker van mening, dat het oorspronkelijk wederopbouw- plan voor hem aantrekkelijker was, dan de thans voorliggende wijziging. Het college van burgemeester en wethouders heeft te dezen aanzien na de o oorlog niet gelukkig gemanoeuvreerd. Voorts zou spreker gaarne vernemen wat de voorzitter precies heeft 3 gezegd naar aanleiding van een door hem gemaakte opmerking; in het ene dagblad wordt gesproken over een „lage" uitdrukking en in het o andere dagblad over een „geladen" uitdrukking, terwijl er in de notulen t staat te lezen „te laken". Hij heeft toen bij herhaling gezegd dat burge- g meester en wethouders in strijd met de wet hebben gehandeld en dat de raad niet ten volle is ingelicht. Dit is toch geen „te laken" mededeling. Spreker zegt met de opmerkingen niets anders bedoeld te hebben dan g dat hij de gang van zaken nadrukkelijk betreurt. s? era' De heer VAN HOUTEN meent dat thans in mildere termen wordt gesproken dan in de vergadering van januari j.l.. Hij weet niet hoe of 51 het komt. Ook wil hij zich niet verdiepen in de historie of een mea culpa n laten horen. In feite is men thans nog even ver als op 13 februari 1957. Hij heeft terzake de wederopbouwwet nagelezen; in de artikelen 15 en 17 staan rare dingen. De vraag is nu hoe of het verder moet; het trafo huisje mag er niet staan en toch staat het er. o iq a> De heer KROON vindt de hele geschiedenis een trieste zaak; hij kan 15? zo maar niet zijn stem aan het voorstel geven. De overheid-moet-het-rjelijk ?r nu fouten gemaakt en ook erkend, dan moet ook recht gedaan worden er1, en fouten worden hersteld. Er zijn vele moeilijkheden geweest, vandaar dat ook in de vergadering van het seniorenconvent en van de afdeling voor openbare werken overleg plaats heeft gehad. Bovendien is de maquette opgebouwd vanuit de gemaakte fouten; daar kan hij zich niet g mede verenigen. Er is onrecht gepleegd dat hersteld moet worden. Daarom s moet het trafo-huisje volgens spreker verdwijnen. De heer MINDERHOUD kan niet met het voorstel meegaan, temeer nu niet zeker is dat de gronden aan de gemeente komen. In een brief heeft de heer Vermeulen niet het raadslid medegedeeld, dat verkoop van diens grond aan de gemeente als uitgesloten moet worden geacht. En wat heeft de directeur van openbare werken aan de heer Vermeulen niet beloofd? Wat verwachten burgemeester en wethouders als de raad het voorstel aanneemt? Dan komt de Kroon eraan te pas. Het besluit Q

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 95