98 21 MAART 1961 De heer VAN WERKHOOVEN merkt op, dat Brandrisico geen eigen risico-behoud heeft; zij treedt uitsluitend op als makelaar. Spreker acht het overigens onjuist, dat de gemeente de goede risico's zelf behield en de zwaardere risico's bij anderen onderbracht. Er is ook een morele kant aan deze zaak. Men dient dit door de bank te nemen. Spreker stelt voor het voorstel aan te houden, teneinde meer cijfer materiaal te doen produceren. Overigens acht spreker dit een principiële zaak; het gaat er om be middelaars in te schakelen of niet. De heer ZIJTREGTOP herhaalt zijn verzoek de zaak een maand op te houden. De heer QUADEKKER onderstreept deze vraag. Hij merkt nog op, dat in het voorstel is gesteld, dat de restituties bij brandrisico in het tijd vak 19551959 36°/o hebben bedragen. Een dergelijk korte termijn is echter nog niet voldoende om een inzicht te krijgen in de resultaten. De berekende besparing geldt overigens ook pas na expiratie van de lopende polissen. Wethouder MEIJS betwijfelt of de heren Zijtregtop en Quadekker de ter inzage gelegde stukken goed hebben gelezen. De heer ZIJTREGTOP kan de genoemde f 14.000,niet terugvinden. Wethouder MEIJS gaat er mede akkoord, dal het stuk een maand wordt aangehouden. 30. Zekerheid hypothecaire geldleningen. Wethouder MEIJS zegt, dat er nog een geval bijgekomen is. Dit is in de pauze met de commissie besproken en akkoord bevonden. De raad besluit overeenkomstig dit aangevulde voorstel. 31. Begrotingswijzigingen. 32. Kasgeldleningen. 33. Krediet voor beplantingen. 34. Nieuwe brandweerauto. 35. Aanbesteding regulateurgebouw. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 36. Subsidie Speurwerkfonds. De heer VIS is van mening, dat er enige tegenstrijdigheid ligt in het voorstel van burgemeester en wethouders. In dit voorstel staat: „Hoewel wij het wetenschappelijke werk van de Kema zeker van groot belang achten voor de elektriciteitsdistributiebedrijven komt ons een dergelijke verhoging te fors voor, terwijl het o.i. niet juist is dergelijke bijdragen automatisch van het omzetverloop afhankelijk te stellen." Dit gebeurt dus bij de KEMA niet, maar bij VEEN wel. De heer Rattink heeft bij de begroting er op gewezen en gevraagd hierin verandering te brengen. De wethouder heeft toen gesproken van een morele dwang, welke tot betaling van de contributie zou leiden. Over deze tegenstrijdigheid zou spreker gaarne enige toelichting ontvangen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 98