21 MAART 1961
99
Wethouder MEIJS antwoordt, dat er verenigingen zijn, waarvan de
gemeente lid is, aan welke de gemeenten een bijdrage geven naar rato
van het inwonertal ofwel naar omzet. Bij KEMA gebeurt dat nu nog
niet. Wellicht is het in de toekomst de meest juiste vonn. Burgemeester
en wethouders menen nu nog niet deze richting in te gaan. Bij deze
uitgaven moet men de gemeentebegroting steeds op de achtergrond zien.
De heer VIS antwoordt, dat hij het verschil niet zo sterk ziet als de
wethouder het doet. Hij zou het op prijs stellen, indien burgemeester en
wethouders dit nog eens zouden willen bekijken.
De VOORZITTER zegt, dat het nog niet zover is, dat de gemeenten
alle naar rato van de omzet bijdragen. De 35% verhoging die de ge
meente geeft is voor het speurwerk van grote betekenis.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
37. Verplaatsingskostenregeling.
38. Ontslag onderwijzeres.
39. Krediet middendrukgasleiding.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
40. Ontheffing artikel 33 bouwverordening.
De heer KRAMERS zegt, dat dit punt reeds besproken is in de afde
ling voor openbare werken. Hij wil er wel de nadruk op leggen, dat
het welstandstoezicht op dit gebouw bijzonder attent zal moeten zijn.
Het betreft hier een hoog gebouw, dat aan alle kanten zichtbaar is.
Spreker hoopt, dat het geen lelijk blok beton wordt.
De heer VAN WERKIIOOVEN vindt het jammer, dat de gebouwen van
„De Drie Hoefijzers" door een luchtbrug over de Cerresstraat zullen
worden verbonden. Deze brug ontneemt aan de straat haar karakter
van openbaarheid en is bovendien zeer ontsierend. Is er geen andere
oplossing mogelijk?
De VOORZITTER antwoordt, dat men over het karakter van een
luchtbrug van mening kan verschillen. Zij behoeft niet persé lelijk te
zijn. De Ceresstraat heeft toch reeds een industrieel karakter. Voor de
uitbreiding van het bedrijf is dit de enige mogelijkheid. Er zal zeer
zeker goed op de welstandseisen worden gelet. Nu vlak in de buurt een
grote kerk met toren staat zal het grote volumen niet hinderen.
De heer KRAMERS vindt de hoogte van het gebouw niet zo erg, als
de wanden maar niet zo verschrikkelijk lelijk worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat hieraan de nodige attentie zal
worden besteed.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
41. Aankoop Ginnekenweg 171.
De heer QUADEKKER vraagt, wat de bedoeling is van burgemeester
en wethouders met dit punt?