19 APRIL 1961 117 De heer QUADEKKER acht hetgeen in het voorstel is gesteld, voor zichtig uitgedrukt, een droeve zaak. Er is nu 15 a 20 jaar gewerkt met ondeugdelijk materiaal, hetwelk zelfs door een proefstation werd aan bevolen. In de loop van dit jaar zal het herstel 75.000,vergen. Be tekent dit nu, dat er nog gedurende 15 a 20 jaar ieder jaar 75.000, zal moeten worden besteed? Hoe gaat dit hoe moet dit wie moet dit worden aangewreven? Mevrouw VAN MIERLO vraagt, of aan het proefstation mededeling is gedaan van de opgedane ervaringen. Wethouder VERMEULEN stelt voorop, dat het een niet helemaal onbekend feit is, dat men met een bepaald materiaal start, waarbij alle mogelijke voorzorgen zijn genomen, terwijl toch achteraf het materiaal niet aan de verwachtingen beantwoordt. De toegepaste rioolbemaling bij een zeer hoge grondwaterstand heeft een grote rol gespeeld. De kit werd van buiten naar binnen geperst, zodat in het riool een gordijn van moffenkit is ontstaan. Heeft men nu alles kunnen voorzien; had men grotere zekerheid kunnen krijgen? Spre ker gelooft niet, dat iemand in gebreke mag worden gesteld. Dit soort ervaringen komt niet alleen voor bij de overheid. Alle betrokkenen heb ben getracht te doen wat gedaan moest worden. Met de heer Quadekker is spreker het eens, dat hetgeen nu aan het licht is gekomen geen prettige verrassing is. Hij kan met spreker niet meegaan als hij, uitgaande van f 75.000,in 1961, doorredeneert naar 1.500.000,Dit is niet te hopen. Spreker weet echter niet of in de toekomst niet nog een krediet voor dit soort werkzaamheden zal moeten worden gevraagd. Het is niet zo, dat alles moet worden vervangen. De naden zullen worden dicht gestopt met loodwol, waardoor men hoopt de moeilijkheden te verhelpen. Door van binnenuit te werken, behoeven niet alle straten te worden opgebroken. De met deze zaak gemoeide kosten behoren naar sprekers mening tot de aanloopkosten van het nieuwe project; een verhoging van de onderhoudskosten behoeft hier niet uit voort te vloeien. De kapitaals- last zal in vijf jaar worden afgeschreven. In verband met de opmerking van mevrouw Van Mierlo benadrukt spreker, dat de adviserende instantie het materiaal zo goed mogelijk heeft beoordeeld en de werkomstandigheden heeft trachten te benaderen. Er kunnen zich altijd onvoorziene veranderingen in het materiaal voordoen. Men mag dan niet zeggen, dat er nalatigheid is gepleegd. Hierna besluit de raad overeenkomstig het voorstel. 13. Reconstructie landwegen. De heer VERSCHUREN heeft met vreugde van het voorstel kennis genomen. Hij vindt het echter jammer, dat de Oude Rijsbergsebaan niet in het voorstel is genoemd. Zou deze weg nog aan het plan kunnen worden toegevoegd? Wethouder VERMEULEN deelt mede, dat de Oude Rijsbergsebaan niet door de cultuurtechnische dienst wordt aanvaard. De agrarische belangen gaan voorop en daarin past deze weg niet. Getracht kan worden deze weg voor subsidie in het kader van de aanvullende werkgelegenheid in aanmerking gebracht te krijgen. Hierbij is de uitvoering evenwel sterk afhankelijk van de stand van de plaatselijke werkloosheid. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 117