144
17 MEI 1961
19 april 1961 28h
19 april 1961 28i
19 april 1961 28h
Verdaagde besluiten:
Datum raadsbesluit: Agendano.
12 oktober 1960 6
12 oktober 1960 33
2 november 1960 1
Niet goedgekeurd besluit:
Datum raadsbesluit: Agendano.
16 november 1960 10
26 april 1961, G. no. 89796
26 april 1961, G. no. 89794
26 april 1961, G. no. 89795
Datum besl. gedeputeerde staten:
3 mei 1961, G. no. 73849
3 mei 1961, G. no. 73433
3 mei 1961, G. no. 73850
Datum besl. gedeputeerde staten:
12 april 1961, G. no. 74640
Antwoord op een door een raadslid gestelde vraag.
Vraag:
De heer VAN TOLEDO vraagt of de slechte toestand van het wegdek
van de Middellaan kan worden verbeterd.
Antwoord:
Een algehele reconstructie van de Middellaan is niet verantwoord
gezien de binnen afzienbare tijd te verwachten sanering van dit stads
deel. De ergste kuilen en gaten zullen worden opgehaald.
3. Onteigeningsplan uitbreidingsplan „Effenseweg 1959".
4. Onteigeningsplan ZwaanstraatBcschstraat.
5. Bezwaarschrift H. C. J. Oomen tegen onteigeningsplan Ruitersbos.
Overeenkomstig deze voorstellen en dit preadvies wordt
besloten.
6. Beroep C. M. Wijnings tegen weigering bouwvergunning.
De heer NIEUWLAAT kan zich met de zienswijze van burgemeester
en wethouders tot weigering van een bouwvergunning op formele gron
den verenigen. Hij is echter van mening, dat in dit geval bijzondere
omstandigheden een rol spelen. Spreker vraagt of het daarom niet moge
lijk is in dit speciale geval ontheffing van de bouwverordening te ver
lenen.
De heer QUADEKKER wilde gaame weten, of het mogelijk is iemand,
geen eigenaar van de grond zijnde, een bouwvergunning te verlenen
voor het stichten van een gebouw op deze grond.
Wethouder VERMEULEN deelt mede, dat burgemeester en wethou
ders in dit concrete geval de zaak serieus hebben bekeken. Er is door
adressant in de achtertuin gebouwd zonder dat een bouwvergunning
was aangevraagd. De gebouwde berging is qua uiterlijk aanzien niet toe
te staan. Spreker benadrukt, dat burgemeester en wethouders volkomen
begrip hebben voor een leefbaar klimaat van de inwoners en zij niet
alleen uit stedebouwkundig oogpunt de bouwverordening mogen han
teren. Burgemeester en wethouders zijn daarom licht geneigd een bouw
vergunning te verlenen. Doch in dit voorliggende geval kan echter naar