148 17 MEI 1961 uitleg geven. De bedoeling is uit te doen komen dat het bedrijf niet is ingericht op het in een beperkte tijd doen uitvoeren van werkzaam heden als de onderhavige. Er kan n.l. alleen in de zomermaanden wor den geschilderd. Het gaat bovendien niet alleen over de levering van mankracht, er moet ook materiaal beschikbaar zijn, waarover het bedrijf niet in voldoende mate beschikt. Al met al is het veel beter dit werk aan derden uit te besteden. De heer KROON zegt, dat hij door het antwoord van wethouder Meijs geenszins tevreden is gesteld. De wethouder zegt, dat bij geen reserve vorming er grotere winsten aan de algemene dienst der gemeente zouden zijn uitgekeerd. Spreker is echter van mening, dat bij niet vorming van de reserve een tariefsverlaging doorgevoerd had kunnen worden. Indien dit niet het geval is, dan zal door de thans voorgestelde methode van aantasting van de reserve op een gegeven moment tot tariefsverhoging moeten worden overgegaan. Volgens de begroting 1961 is een reservering geraamd van f 176.000,-. Van deze reservering wordt thans voor het uitvoeren van achterstallig onderhoud van de straatverlichting f 118.000,aangewend. Spreker kan deze gang van zaken niet bevredigend vinden. De heer ZIJTREGTOP acht het mogelijk, dat er in de toekomst tariefs verhogingen komen door noodzakelijke investeringen. Indien men de herwaarderingsreserve gaat gebruiken voor achterstallig onderhoud, zal dit nog gemakkelijker te verdedigen zijn. Indien van een geraamde reservering voor 1961 ad f 176.000,thans reeds f 118.000, wordt afgenomen voor de straatverlichting, dan is spreker van mening, dat zal blijken, dat de geraamde reservering te laag is. Spreker heeft bij de begrotingsbehandeling gevraagd of deze reservering niet te hoog was, doch is thans van mening, dat de reserve te laag zal blijken te zijn. Spreker blijft overtuigd van de mogelijkheid, dat door het verbruiken van de herwaarderingsreserve voor het laten verrichten van achterstallig onderhoud tariefsverhoging niet achterwege zal blijven. Wethouder MEIJS wijst er op, dat de begroting 1961 destijds is op gesteld aan de hand van de wetenschap van toen. Nu het een jaar later is, zijn burgemeester en wethouders tot andere wetenschappen gekomen. Spreker deelt mede, dat men naar zijn inzicht voor tariefsverhoging niet bang behoeft te zijn. Burgemeester en wethouders beraden zich ernstig over de vraag of het mogelijk is de tarieven te verlagen. Spreker wil de heer Kroon er nog opmerkzaam op maken, dat ook voor de straatverlichting gereserveerd werd in de herwaarderingsreserve. Nu er geen post op de begroting aanwezig is, waaruit deze kosten kunnen worden betaald en ook in de algemene middelen van de gemeente geen ruimte aanwezig is, ziet hij geen bezwaar het achterstallig onderhoud ten laste van de reserve te brengen. De VOORZITTER merkt op, dat het de raadsleden thans wel duidelijk zal zijn, dat er voldoende reserve aanwezig is om het achterstallig onder houd aan de straatverlichting te doen uitvoeren. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten, terwijl de heer Kroon aantekening verlangt, dat hij geacht wordt te hebben tegengestemd. 11. Onttrekking van de Hogestraat aan het openbaar verkeer. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 148