11 JANUARI 1961 15 met zijn zilveren ambtsjubileum, terwijl in november de huldiging plaats vond van de heer Van Woensel ter herdenking van het feit, dat hij 25 jaar geleden tot gemeentesecretaris werd benoemd. Alle prettige gebeurte nissen, waarbij ten volle bleek hoe het werk van de jubilarissen werd gewaardeerd en waarbij de humor beslist niet heeft ontbroken. En nu wil ik trachten vooruit te zien, doch het is wel moeilijk, want in de gemaakte plannen komen tegenvallers en dan wordt weer niet gerealiseerd, wat in een bepaald jaar verwacht wordt. Ik noem U enige dier plannen: a. met het politiebureau gaat het goed vooruit en er is een redelijke kans, dat het dit jaar in gebruik wordt genomen; b. de tunnel onder de spoorbaan in de Terheydenseweg is, naar ik meen, wel zover, dat ze dit jaar geopend zal worden; c. de brug bij Gorinchem wordt volgende maand geopend en naar alle waarschijnlijk zal een nieuwe weg van die brug tot de spoorbaan Breda^Tilburg dit jaar gereed komen. d. de Claudius Prinsenlaan zal worden verlengd, ten minste verwacht wordt, dat wij daartoe vandaag zullen besluiten. Een prachtige ver betering voor de bewoners van het Brabantpark e.o. e. dank zij de werkzaamheden van de Bredase Industrie N.V. is van het industrieterrein in de Krogten ongeveer de helft opgebruikt, waaruit blijkt, dat Breda toch wel in trek komt voor het vestigen van ver schillende industrieën; f. in het Ruiterbos is een begin gemaakt met de realisering van de plannen aldaar en zal over enkele jaren het bejaardencentrum wel zijn verrezen. Dit zijn maar enkele facetten van hetgeen te gebeuren staat en met nog verschillende andere zullen zij het verblijf in Breda steeds prettiger maken. Laat mij nu niet vergeten nog even het Chasseeterrein te noemen, op welk terrein in deze zomer de stichting NU-1961 haar kunnen zal tonen. Als daar dan ook nog een sporthal verrijst, kan dit niet anders dan winst voor de stad betekenen. Laten we verder hopen, dat door de gevoteerde gelden en de toe stemming van Gedeputeerde Staten daarop, voor het verbeteren van ver schillende waterkeringen en waterlopen, de wateroverlast tot het ver leden zal behoren. Tenslotte nog dit. Mijnheer de voorzitter. Wij zijn nu een jaar lang aan Uw leiding als voorzitter van de raad onderworpen geweest. Reeds op 4 november 1960 aan het einde van de begrotingsbehan deling heb ik gezegd, dat van wennen aan Uw leiding nu geen sprake meer was. Ik wil dit heden nog eens benadrukken. Wij weten nu wat wij aan U hebben en vragen U slechts zó te willen voortgaan, daarbij gesteund door Uw helpers ter rechter- en ter linkerzijde. LI hebt getoond een goed voorzitter van onze raad te willen en te kunnen zijn. Als U dan ook ons kent en ik meen, dat zulks het geval is tenminste Uw uitlating in de vergadering van 29 december j.l., n.l. ,,ben ik blij, dat ik dit onderwerp in een gesloten vergadering heb aangesneden", wijst wel enigszins in die richting, dan kan het toch niet anders of de verdere samenwerking tussen raad en U zal van zeer prettige aard zijn. In deze zekerheid willen wij samen in 1961 trachten -onder Gods zegen voor Breda te doen wat in ons vermogen is om het haar be woners zo aangenaam mogelijk te maken. Dank U.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 15