184
12 JULI 1961
twee teams werkzaam: dat van de meisjesschool op de Oosterhoutse-
weg en dat van de jongensschool op de Tilburgseweg.
4. Onteigeningsplan Boschstraat-Zwaanstraat.
De raad besluit overeenkomstig dit voorstel.
5. Voorlopige goedkeuring onteigening percelen Catharinastraat.
De VOORZITTER zegt, dat behalve de percelen, genoemd in het
voorstel van burgemeester en wethouders, nog enige panden aan de Ca
tharinastraat, namelijk dat waarin de rijkspolitie is gehuisvest en het
pand van Siegmund, alsmede enige percelen in de Veemarktstraat en
de Vlaszak, worden opgenomen. Hij verzoekt de raad hiermede akkoord
te gaan.
Wethouder VERMEULEN merkt op, dat oorspronkelijk gemeend was,
dat minnelijke aankoop mogelijk was. Dit is echter niet het geval. Het
is daarom van belang deze panden in de onteigening op te nemen. De
gemeente heeft dan een wapen in de hand.
De raad besluit overeenkomstig dit gewijzigde voorstel van
burgemeester en wethouders.
6. Onteigeningsplan Effenseweg 1959.
7. Onbewoonbaarverklaring Heilaarstraat 7.
8. Krediet aanleg gedeelte verkeersweg Boschstraat/Sophiastraat en
Valkenstraat.
De raad besluit overeenkomstig deze voorstellen.
9. Bouw brug tussen Tramsingel en Nijverheidssingel.
De heer MENDES zegt, dat hij in de calculatie de gebruikelijke l°/o
heeft gemist voor de esthetische verfraaiing. Het is bekend, dat er in
Breda zeer zakelijke bruggen worden gebouwd, zoals de Verlaatbrug,
de Bosschebrug en de Oranjeboombrug. Er bevindt zich aan deze brug
gen geen enkele verfraaiing. Spreker vindt dit erg jammer. Spreker
vraagt of aan deze brug nog een of andere verfraaiing wordt aange
bracht. De Tramsingel is toch al niet mooi en dus zal het zaak zijn de
brug een fraaier aanzien te geven.
De VOORZITTER antwoordt, dat gestreefd wordt niet zozeer naar
het aanbrengen van verfraaiingen, maar naar esthetische vormgeving van
het object zelve. Als voorbeeld noemt spreker de Bosschebrug, waaraan
juist met het oog op de esthetische zijde de leuningen laag gehouden
zijn, hoewel men daar wel eens gevaar voor ongelukken van gevreesd
heeft. Burgemeester en wethouders zullen echter bezien of het gewenst
is bij voorkomende gelegenheden van de l°/o regeling gebruik te maken.
Zij hebben hiervoor machtiging van de raad gekregen.
De heer VAN CAULIL zegt, dat hij in de afdeling van openbare
werken vragen heeft gesteld inzake de constructie van de brug in ver
band met de afvoer van overtollig hemelwater en met het beheer. Het
blijkt dat hiermede rekening is gehouden. Spreker zou gaarne zien, dat,
nu voor de aanleg van de brug de singel wordt afgedamd, aan de