kV <4 I - 13 fl 190 12 JULI 1961 het kiezen van de plaats voldoende rekening houden met het feit dat aan de congres- en tentoonstellingshal ook een restaurant is verbonden dat ook exploitabel zal moeten zijn op tijdstippen dat de hal niet bezet is. Men zal dit restaurant gemakkelijk moeten kunnen bereiken en een behoorlijke parkeer-ruimte ter beschikking moeten hebben. Over de vormgeving van de hal zal de deskundige uit onze fractie nog gaarne het zijne willen zeggen. 2e. Zullen de plannen voor de bouw van een nieuwe schouwburg door de tot standkoming van dit plan niet op de achtergrond geraken of zelfs voorgoed moeten worden opgeborgen? 3e. Moeten in artikel 8 van de stichtingacte der N.V. de woorden onder „bezwaren titel" niet worden gelezen als onder „bezwarende titel". Al zullen de antwoorden op onze vragen ons standpunt niet doen wij zigen toch zal ik het op prijs stellen, voornamelijk ten behoeve van de voorlichting van de raad en het publiek op deze vragen een nauw keurig antwoord te krijgen. Ik dank u wel. |4 v o O V Cl et o» De heer KRAMERS zegt, dat het aantal commissarisplaatsen minstens 6 moet zijn, nl. 2 van de achterborgen, 2 van de gemeente en 2 van de aandeelhouders. Het congresgebouw zal zo moeten zijn gesitueerd, dat het gemakkelijk te bereiken is vanaf de toegangswegen, en dat het dus niet te ver op het terrein zal staan. De begroting bedraagt f 1.200.000,Als de cijfers hoger blijken te liggen, worden de rente en aflossing ook hoger. Gaan de gemeente en de achterborgen hun garantie dan verhogen? De heer VIS zegt, dat het voorstel te maken heeft met de totale ac commodatie van de stad Breda. Spreker heeft bij de algemene beschou wingen over de gemeentebegroting hierover reeds gesproken. Hij acht zicht ontslagen hierop nu nader in te gaan. Thans is het voorstel met Bredase voortvarendheid ter tafel gekomen. In grote trekken is hij het eens met hetgeen de heer Van Bijnen heeft gezegd. Voor de voorlichting van de raad is de eerste nota van veel betekenis geweest. Spreker heeft nog enige opmerkingen van kritische aard, hoewel hij het voorstel met bijzondere sympathie bekijkt. In het rapport Bakkenist wordt zeer uit drukkelijk gesteld, dat het is opgesteld na een globaal en beknopt on derzoek. In het voorstel aan de raad is sprake van een zeer grote dele gatie aan burgemeester en wethouders. Bij de hele opzet is de gemeente echter zeer nauw betrokken. Vele zaken zijn niet voldoende bekend, b.v. de plaats, de kwaliteit en de grootte van het gebouw, het totaal aantal bezoekers dat ontvangen kan worden. De gemeenteraad dient hierbij nauw betrokken te blijven en daarom is de delegatie aan burge meester en wethouders te vergaand. Het bureau Bakkenist schat het jaarlijks verlies in de eerste jaren op f 25.000,Spreker acht dit aan de hand van de gegevens, opgenomen in het rapport, een te optimistische conclusie. Het verlies zal in de eerste jaren wel hoger zijn. De garantie van de gemeente bedraagt f 42.000,met daarnaast een even groot bedrag van de industrieën. Wat moet er gebeuren als in de eerste jaren de exploitatie minder goed verloopt? Voorts is in het voorstel sprake van een halruimte van 3000 m2, mis schien te vermeerderen met 500 m2. Er wordt gerekend op bijeenkom sten van 1000 mensen. Spreker vraagt zich af of de grootte van de hal voldoende is. Ook hierover bestaat nog niet voldoende zekerheid. Op al deze vragen zou spreker nog gaarne antwoord hebben. Hoezeer hij met de gedachte en de opzet sympathiseert, thans is er nog geen vol- rj i Ss O «5 O Xv C 5 cö ■8 S c„ 8.Sir N SS a C <D -M CD fi Sh O cö 'O cö O ts cö CG Sb :SJ §3 4-> T3 *0) •g CÖ CD 3 CD rC •W O CG j/j

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 190