12 TULI 1961
191
doende zekerheid om de delegatie aan burgemeester en wethouders te
geven. De N.V. zal samen met burgemeester en wethouders de plaats
bepalen, waar het gebouw moet komen. Hierin dient de raad gekend
te worden. Daarom acht spreker het zeker voorbarig dit delegatiebesluit
te nemen.
De héér MKT ,ZER zegt, dat er voor hem, ondanks de aan de raad
overgelegde stukken en de uiteenzetting door de Voorzitter, nog vraag
tekens ziin. De beoordeling door het bureau Bakkenist vindt hij veel
te oppervlakkig. De vraag riist of de tentoonstellings- en congresruimte
wel rendabel geëxploiteerd kan worden. Wat gebeurt er met de ruimte
als er niets te doen is? Hij zou liever gezien hebben, dat burgemeester
en wethouders met het voorstel gekomen waren als de resultaten van
-Nu Breda" gekend waren geweest. De nog aan te trekken directeur
der N.V. zal vele activiteiten moeten aantrekken om de hiaten op te
vullen. De samenstelling van de raad van commissarissen is niet aan-
trekkeliik voor de minderheden in de raad. Als er 2 commissarissen uit
de raad benoemd moeten worden, zullen deze wel uit de K.V.P. en
de P.v.d.A.-fracties komen. Overigens wil spreker gaarne aansluiten bij
hetgeen de heer Van Biinen heeft gezegd. Ook hij heeft veel lof voor
de Bredase industrie en handel voor hun medewerking.
De heer HULSKRAMKR zegt, dat zijn fractie met voldoening kennis
heeft genomen van de uitvoerige toelichting van de burgemeester. Breda
heeft inderdaad behoefte aan een permanente tentoonstellingshal. Spreker
apprecieert de medewerking van de Bredase industrie. Wel heeft spreker
zich afgevraagd of een voorlichting van de raad in een informele ver
gadering niet juist was geweest, zoals dit is geschied bij ..Nu Breda".
Spreker acht het rapport van Bakkenist te vaag. Het aantal dagen, dat
de hal bezet is, zal 120 bedragen met vermoedelijk 25 bedrijfsbijeenkom-
sten. Hij is bang, dat dit aantal niet gehaald zal worden, vooral ook
omdat de grotere bedrijven veelal eigen gelegenheden hebben voor bij
eenkomsten. De vraag rijst, of er naast carnaval nog andere gelegen
heden zijn van zulke aard. De financiële consequenties vindt spreker
nogal optimistisch opgezet.
De heer KROON heeft ernstige bedenkingen tegen het voorstel, hoe
wel hij veel lof heeft voor de activiteiten van burgemeester en wethou
ders en voor de medewerking van de industrie. Al heeft spreker dan ook
bedenkingen, hij behoort zeker niet tot de pessimisten die genoemd
worden in de nota. (Hij-wil .pw-w.,Cfhn "rl-eid-varrde tentoonstollingc l
beleid van burgemeester en wethouders geen lijn te ontdekken. Aan
vankelijk was er het idee van een schouwburg met congresruimte, toen
een verbouwing van Concordia, daama een plan voor Wolfslaar en ten
slotte nu de gedachte van de congresgelegenheid. Er ziin dan 2 schouw
burgen, nl. een nieuwe en Concordia, bovendien moet dan voor Wolfs
laar nog een bestemming worden gezocht. De financiële consequenties
moeten naar sprekers mening nog bezien worden in het licht van de
begroting 1962, die nog niet gereed is.
In het voorstel van burgemeester en wethouders wordt gesteld, dat
er zeer grote behoefte is aan tentoonstellingsruimte. Hierover verschilt
spreker van mening met het college. Tijdens de feesten Breda Oranje
stad zijn de congressen met kunst en vliegwerk aangetrokken. De grote
internationale congressen komen niet naar Breda. Deze gaan naar de
randstad Holland. Er blijven dus over regionale congressen en tentoon
stellingen. Dit is echter niet voldoende. Spreker heeft grote waardering