16 AUGUSTUS 1961 231 school voor de detailhandel „St. Olof" te Breda. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. Wethouder VERMEULEN deelt mede, dat zich in het bouwrijp te maken gedeelte van het plan IJpelaar vermoedelijk een bom in de grond bevindt. Deze dient zo spoedig mogelijk te worden verwij derd. Het is niet mogelijk voor de daaraan verbonden kosten tevoren een krediet te ramen. Het projectiel zit 6 meter diep er zal een damwand moeten worden geslagen en bronbemaling moeten worden toegepast. Het is mogelijk, dat het rijk de kosten vergoedt, dit even wel alleen als het een gevaarlijk projectiel betreft. Daarom zal het krediet achteraf moeten worden verleend. Eventuele kosten komen ten laste van het grondbedrijf als kosten van bouwrijp maken van de grond. Spreker meent goed te doen de raad al tevoren hieromtrent in te lichten. Rondvraag. De heer VIS heeft vernomen, dat in de vacature van leraar licha melijke oefening aan het stedelijk gymnasium is voorzien door be noeming van een tijdelijke leerkracht door burgemeester en wet houders. Spreker heeft bij een vroegere gelegenheid al eens opge merkt, dat dit soort benoemingen door de raad zou behoren te ge schieden. Tegen een benoeming door burgemeester en wethouders voor een tijdelijke waarneming bij ziekte zou spreker overigens geen bezwaar hebben, in alle andere gevallen wel, omdat het dan veelal een vooruitlopen op de vaste aanstelling betreft. Sprekers bezwaren op dit punt betreffen ook soortgelijke benoemingen aan de handels avondschool. Hij zal gaarne op korte termijn het oordeel van burge meester en wethouders over deze aangelegenheid vernemen. De heer VERSCHUREN merkt op, dat voor de afwatering van een gedeelte van het uitbreidingsplan Princenhage-Noord een sluis is gebouwd nabij de suikerfabriek. De verbinding met de bestaande waterlopen is er nog niet. Spreker verzoekt te bevorderen, dat dit spoedig zal gebeuren, daar de waterlozing op de Mark nu zeer slecht is. De heer QUADEKKER vraagt, hoe het staat met de overdracht van de weggedeelten nabij de J. W. Frisolaan door Korteweg aan de gemeente. Dit vanwege de toestand der bestrating aldaar en in de naaste omgeving (Kortestraat) De heer HULSKRAMER wijst er op, dat de panden Haagdijk 101117 verstoken zijn van elektriciteit. Hij verzoekt te bevorderen, dat deze panden aan het elektriciteitsnet worden aangesloten. De heer MINDERHOUD zegt het volgende: le. Voor de derde maal in 3 achtereenvolgende jaren vraag ik Uw aandacht voor de heg, die een stuk bouwland afsluit van de Haag- weg en gelegen is tegenover de uitgang van de Verbeetenstraat. De takken van de doornenheg hangen van 50 tot 75 cm. over het trot toir. Blijkbaar moet de beheerder er van hierop telkenmale worden gewezen. Wie die beheerder is, weet ik niet, of is het soms de ge meente zelf, want een afscheiding heeft meestal 2 eigenaren. Gaarne zag ik, dat voortaan de bevoegde instantie hieraan aandacht wilde schenken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 231