11 JANUARI 1961 25 eigendom van de gemeente. Het is niet onmogelijk, dat er dan weer een ander inzicht bestaat omtrent het wegprofiel. Dan zal dus de zaak weer bekeken moeten worden. Daarom acht spreker de voorziening thans finan cieel niet verantwoord, temeer nog, omdat de weg er thans goed bij ligt. Wethouder VERMEULEN merkt allereerst op, dat hij thans niet posi tief kan stellen of er bij het verstrekken van de opdracht voor de her bestrating van de Boeimeersingel eerst geïnformeerd is in Den Haag of er een rijksbijdrage zou komen voor de reconstructie. Hij vermoedt echter, dat dit zeker wel zal zijn gedaan. Hij kan wel mededelen, dat deze rijks bijdrage voor het college van burgemeester en wethouders een volkomen verrassing is geweest. Deze weg is dan wel goed onderhouden, doch van wege het zware verkeer zal, met het huidige wegdek, dikwijls onderhoud moeten plaats vinden. Zou met de verkregen rijksbijdrage geen asfalt weg worden aangelegd, dan zal openbare werken binnen afzienbare tijd weer tot herbestrating van de weg moeten overgaan. Nu een rijksbijdrage van 95 pet wordt verleend in de reconstructie, hebben burgemeester en wethouders in de toekomst minder onderhoudswerken uit te laten voeren. De bijdrage kan de gemeente bovendien in staat stellen om iets aan de beschoeiing van de singelwallen te doen. Wanneer bekend geweest zou zijn, dat er een rijksbijdrage zou komen, zou uiteraard het onderhouds werk niet hebben plaats gevonden. Inderdaad moet de neringdoenden weer overlast worden bezorgd. Maar zou de definitieve reconstructie nu niet worden aangebracht, dan zou de bewoners voor het onderhoud van de weg t.z.t. andermaal overlast wor den aangedaan. Inderdaad is de toestand van het wegdek niet onhoudbaar en zal, bij aanleg van andere wegen, op deze singel een niet meer zo intensief ver keer plaats vinden. Het is evenwel zo, dat de beschikbaar gestelde gelden alleen voor het onderhavige project gebruikt mogen worden; er mogen hiermede geen andere werken gefinancierd worden, terwijl het werk ook niet mag worden uitgesteld. Het aanvullend voorstel doet de motivering van het eerste voorstel niet vervallen; het gaat niet alleen om de verbreding van de weg, maar ook om het wegdek en de verbetering van de berm van de weg. De nieuwe weg zal de onderhoudskosten in de toekomst zeer beperken. De moti vering om het werk uit te stellen vanwege het toekomstig aanzien van de Boeimeersingel, acht spreker niet acceptabel. Het geheel is nog heel erg vaag, terwijl een verbreding van de weg niet behoeft plaats te vinden. Spreker zou het onverstandig vinden als de rijksbijdrage niet zou wor den geaccepteerd; hij verzoekt met klem het voorstel aan te nemen. De heer VAN WERKHOOVEN informeert of de reconstructie alleen betrekking heeft op het gedeelte vanaf de Wilhelminabrug tot de brug bij de Kamer van Koophandel. Blijft het verderop dan de gewone bestrating? Wethouder VERMEULEN bevestigt dit. Deze aangelegenheid heeft ook in het college van burgemeester en wethouders gespeeld. Er bestaan terzake wel plannen om vanaf de brug tot het voormalige Diaconessen- huis voorzieningen te treffen, doch de financiën laten dit momenteel niet toe. Hij stelt voor het huidige voorstel te aanvaarden en de rest voor de toekomst in portefeuille te houden. De VOORZITTER geeft toe, dat de rijkssubsidiëring voor de Boei meersingel een vreemd geval is. Hij stelt evenwel voor het geschenk met beide handen te aanvaarden. Hierna besluit de raad overeenkomstig het voorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 25