258 13 SEPTEMBER 1961 De VOORZITTER deelt mede, dat door toevallige omstandigheden in deze vergadering veel nagekomen stukken dienen te worden behandeld. De afdelingen van de gemeentesecretarie is uitdrukkelijk opdracht gegeven met de betrokken wethouder overleg te plegen over het plaatsen van voorstellen op de aanvullende agenda voor de raad. Bij deze voorstellen was haast, zodat burgemeester en wethouders zo vrij zijn geweest deze stukken alsnog op de tafels te leggen. De heer VAN HOUTEN verklaart zich akkoord met het preadvies van burgemeester en wethouders. Hij heeft echter ook dezelfde mening als mevrouw Van Mierlo en de heer Vis over het late toezenden van stukken aan de raad. Spreker is van oordeel dat het getuigt van weinig eerbied voor de gemeenteraad. De opmerking van wethouder Vermeulen, dat men dan maar moet zorgen in de afdeling voor openbare werken vertegenwoordigd te zijn, kan spreker niet appreciëren. De heer KRAMERS merkt op, dat het zijn bedoeling niet is de in de binnenstad plaats gehad hebbende verbouwingen de uitgebreide afdeling voor openbare werken te laten passeren. Zijn bedoeling is de verbouwingen en de nieuwbouw in de oude binnenstad, die in de toekomst zullen komen. De heer ZIJTREGTOP schaart zich achter de mening van de heer Kramers over de grootte van het restauratiebedrag. De cijfers, die wet houder Vermeulen genoemd heeft, zijn natuurlijk globaal. Toch hebben hem deze cijfers aangesproken en spreker is van oordeel dat gerust met een marge van 15% boven het geraamde bedrag rekening mag worden ge houden. Bovendien is nog niet gesproken over de kosten van inrichting van het gerestaureerde pand. Spreker vraagt of er al een bestemming voor het gebouw is. Zo niet, dan wil hij gaarne de suggestie doen daarin kunstenaars ateliers te vestigen. Tenslotte kan het volgens spreker mogelijk zijn dat het subsidie van monumentenzorg pas in 1966 kan worden beschikbaar gesteld. Zijn vraag is of dan met de restauratie tot dit jaar moet worden gewacht als de raad een krediet tot restauratie verleent. Wethouder VERMEULEN deelt mede, dat de heer Van Houten hem verkeerd begrepen heeft. Hij heeft niet gezegd dat de fracties maar moeten zorgen in de afdeling voor openbare werken vertegenwoordigd te zijn, doch dat het voor burgemeester en wethouders nuttig zou zijn als alle fracties daarin zitting hadden. Van een verwijt kan derhalve geen sprake zijn. De heer Kramers heeft spreker beter begrepen. Voor dit idee voelt hij wel veel. Met de uitgebreide afdeling voor openbare werken zou hij echter dan liever een afgerond plan voor de binnenstad willen bekijken. De taak van de commissie zou dan voor de binnenstad conserverend moeten zijn. Spreker zal deze suggestie in welwillende overweging nemen en met burge meester en wethouders bespreken. Dat in het door hem genoemde bedrag ad 300.000,— ook de inrichting van het pand is begrepen durft hij niet te zeggen. Evenzo weet hij ook niet of dan dit gehele bedrag voor subsidie in aanmerking komt. De raad is bij de kredietaanvrage dan nog altijd vrij al dan niet tot restauratie over te gaan. Het alternatief van niet restaureren is dan echter het pand te slopen. De suggestie van de heer Zijtreglop om in dit pand ateliers voor kunste naars te vestigen heeft spreker genoteerd. Alvorens met de restauratie te beginnen zal de gemeente de subsidie toezegging ontvangen moeten hebben. Indien eerder dan het jaar waarin het rijkssubsidie kan worden betaald begonnen wordt, zal de gemeente de voor financiering voor haar rekening moeten nemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 258