26
11 JANUARI 1961
8. Verkeerslichteninstallatie kruispunt MauritsstraatOranjesingel.
De heer HULSKRAMER kan met het voorstel meegaan; hij heeft de
indruk, dat de installatie klaar zal zijn als het viaduct gereed is. Hij ver
trouwt, dat de aanleg van deze installatie de aanleg van de overige, waar
toe in de vorige vergadering is besloten, niet zal doen stagneren.
De VOORZITTER zegt, dat dit zeker niet zal gebeuren.
9. Medewerking ex artikel 72 der Lager Onderwijswet 1920.
10. Voorschot ex artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920 voor 1961.
11. Vaststelling getal wekelijkse lesuren vakonderwijs aan openbare
G.L.O.-scholen.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
12. Medewerking ex artikel 72 Lager Onderwijswet voor zwakzinnigen
school.
Mevrouw VAN MIERLO juicht de stichting toe van deze school. Zij
heeft begrepen, dat het hier een streekschool betreft. Dragen de buiten
gemeenten bij in deze kosten?
Wethouder BASTIAANSEN deelt mede, dat ingevolge de wettelijke
voorschriften de onderwijskosten voor b.l.o.-scholen per leerling worden
omgeslagen en dan aan de buitengemeenten in rekening worden gebracht.
Hierna wordt conform het voorstel besloten.
13. Subsidie 5-jarige R.K. H.B.S. over periode 1 Jan.—31 Aug. 1961.
De heer QUADEKKER meent te veronderstellen, dat de argumenten wel
bekend zullen zijn, waarom hij tegen de verlening van het gevraagde kre
diet is. In de raadsvergadering van 23 juni 1960 heeft hij reeds te kennen
gegeven, dat hij niet voor subsidiëring uit de gemeentekas was. De loco
burgemeester, die toen als voorzitter van de raad optrad en de wethouder
van onderwijs verving, stelde toen duidelijk, dat het ging om een subsidie
van rond 24.000.—, niet meer en niet minder, een verdere subsidiëring
was toen volgens de voorzitter niet aan de orde. Zou t.z.t. voor een verdere
periode subsidie gevraagd worden, dan zou de raad alle bevoegdheid heb
ben om de zaak opnieuw te bekijken. Thans wordt evenwel op pag. 2
van het preadvies gesteld „dat uit reeds eerder genomen besluiten o.i. de
morele verplichting voor de gemeente voortvloeit ten behoeve van de r.k.
h.b.s. een gemeentesubsidie te verlenen gedurende de tijd, dat voor deze
school nog geen rijkssubsidie wordt ontvangen". Spreker zegt ditzelfde
motief destijds te hebben aangehaald. Thans wordt dus door burgemeester
en wethouders toegegeven wat spreker destijds heeft gesteld. In het licht
van de ontwerp-Mammoet-wet is deze 5-jarige h.b.s. niet op zijn plaats.
Spreker meent, dat destijds verkeerd is gegokt. Deze hele affaire kost de
gemeente veel geld.
De heer NIEUWLAAT merkt op, dat de heer Quadekker herhaalde
malen over deze subsidiëring heeft gesproken. Mogelijk kent betrokkene
de geschiedenis niet, die aan deze subsidiëring vast zit. Deze school is
tot stand gekomen, nadat uit een enquête is gebleken, dat er behoefte was
aan dit schooltype voor de kinderen uit de arbeidersgezinnen. Deze cate-
