11 OKTOBER 1961
271
Mogelijk kan op ouderavonden ook voorlichting worden gegeven; dit laatste
zou mogelijk beter door deskundigen kunnen geschieden. Voorts vraagt
spreekster zich af of de aanloopperiode nog niet lang genoeg is geweest
om het voortgezet onderwijs en mogelijk ook de bedrijfsjeugd in te scha
kelen.
Wethouder VAN BOXTEL zegt bijzonder tevreden te zijn met het
geluid dat hij thans in de raad over deze materie heeft vernomen. Hij wil
de hem toegezwaaide lof gaarne aan het college van burgemeester en
wethouders toekennen; uiteraard heeft het college geheel achter het voorstel
gestaan.
De presentatie van dit experiment is destijds, nu ongeveer 13^ jaar
geleden, door de raad zeer kritisch bekeken. In dit licht gezien is er een
reden tot tevredenheid. Dit wil allerminst zeggen dat wij er zijn. De start
is echter goed geweest, al werd die niet vergemakkelijkt door de historische
achtergrond. Er zat een risico in dat volgens spreker niet zodanig groot
was, dat het niet genomen zou mogen worden. Na 1}^ jaar hebben de
resultaten dit wel bevestigd.
Spreker is het met de heer Zijtregtop eens dat de jeugdtandverzorging
verder uitgebouwd moet worden. Hij wil dit ook positief in het vooruitzicht
stellen, doch hij verzoekt de raad hem niet aan termijnen te binden. Zonder
enig voorbehoud kan gesteld worden dat door de tandartsen goed wordt
medegewerkt. Voorts is het zo dat met alle verschil van inzichten, die
er bij de desbetreffende instanties over deze materie zijn, toch zowel door
de tandartsen, als door de ziekenfondsen, als door de scholen wordt mede
gewerkt om dit nieuwe systeem zo goed mogelijk te doen functioneren.
De tandartsen die een belangrijke partij zijn, hebben in een onlangs
gehouden bespreking ruiterlijk toegegeven zoals de heer Quadekker ook
al heeft opgemerkt dat zowel het resultaat als het functioneren van het
systeem ,.er zijn mag"; uiteraard zullen er ook wel tandartsen zijn die het
tegendeel vinden. Er mag toch ook wel opgemerkt worden dat de tand
artsen niet alleen de lasten maar ook de lusten van het systeem hebben.
Wel hebben de tandartsen zich gedistancieerd van de redactie in het
rapport op blz. 1 dat de centrale raad voor sociale tandheelkunde gead
viseerd zou hebben het systeem in te voeren, gezien de Bredase situatie.
Spreker zegt de tandsartsen te hebben medegedeeld dat hij dit standpunt
aan de raad in de openbare vergadering zou mededelen. Hij wil open kaart
spelen en de raad in deze niets onthouden. Spreker kan het standpunt van
de tandartsen respecteren; hij heeft daar dan ook begrip voor. Het is
evenwel zo dat voor enkele jaren er slechts één systeem voor de school-
tandverzorging bestond, dat door de Centrale Raad voor Sociale Tand
heelkunde werd geaccepteerd. Dit systeem - onderzoek en behandeling
door de tandarts op school werd genoemd het systeem van ,,het boekje".
Nadien groeide er een nieuw systeem, het zogenaamde verwijzingssysteem,
dat Breda en 's-Hertogenbosch kenden; op school werden de leerlingen
onderzocht en verwezen naar de eigen tandarts. ..Het boekje" kende toen
twee systemen, ofschoon het vier jaar duurde voordat door de maatschappij
der tandartsen sanctie op het 2e systeem werd verleend. Thans is er een
derde systeem, waarvan spreker hoopt dat het ook in Nederland gangbaar
zal worden en mogelijk door de Centrale Raad voor Sociale Tandheel
kunde ook nog wel eens zal worden erkend. Spreker kan zich derhave
voorstellen dat de tandartsen tegen de bewuste passage in het rapport
bezwaar maken, omdat er slechts twee systemen door de maatschappij
worden erkend. Zij adviseerden derhalve niet tot invoering van het Bredase
systeem, maar hadden er geen bezwaar tegen dat gezien de Bredase
situatie -tot dit systeem werd overgegaan.
Het bezwaar tegen de passage is te begrijpen; het betekent derhalve een
afzwakking van het standpunt van de tandartsen in het rapport.